Preek | Het Koninkrijk is nabij: kom tot inkeer!
Preek gehouden op zondag 5 januari in Pro Rege Emmeloord
[Schriftlezing: Marcus 1:9-20]
Luister de preek als podcast (of kijk via YouTube):
Download de presentatie (pdf) bij deze preek
1
Ik begin met een vraag. Wie van jullie is er nieuwsgierig? En wie van jullie kent iemand die nieuwsgierig is?
Er zijn twee soorten nieuwsgierigheid.
- De nieuwsgierigheid van een ‘nieuwsgierig aagje’: ‘Ik ben niet nieuwsgierig ik wil alleen graag alles weten.’
- De nieuwsgierigheid van iemand die heel open en ontdekkend in het leven staat. Denk bijvoorbeeld aan Albert Einstein, een van de grootste natuurkundigen. Hij zei ooit: ‘Ik heb geen speciaal talent. Ik ben alleen maar hartstochtelijk nieuwsgierig.’
Ik heb dat met het koninkrijk van God, waar Jezus zo vaak over spreekt. Dat boeit met al heel veel jaren. En ik raak er nooit op uitgekeken. Wat is dat toch, dat koninkrijk? Waar is het? Kun je het voelen? Kun je het zien? Welke kleur heeft het? Hoe klinkt het? Ik ben nieuwsgierig naar dat koninkrijk!
Ik mag misschien ook wel eerlijk zeggen dat de naam van jullie kerk sterk bij mij resoneert: ‘Pro Rege’. ‘Voor de koning’. Dat opent voor mij meteen heel de wereld van Jezus, die de koning is van het koninkrijk!
Ik ben een absolute fan van het koninkrijk!
2
Dat koninkrijk vormt het hart van de verkondiging van Jezus. Zijn hart is er vol van en zijn mond stroomt er van over.
Marcus 1 ligt voor ons open, en we ontmoeten daar Jezus die in het openbaar gaat optreden. Dertig jaar was Hij onzichtbaar geweest, maar nu komt Hij in het publieke domein.
Hij wordt gedoopt. Wat een krachtige gebeurtenis: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, Ik vind vreugde in jou’. Dat hoort en voelt Jezus aan het begin van zijn openbare optreden. En na de verzoeking in de woestijn, waar de duivel is, maar waar uiteindelijk de engelen Jezus dienen, is het zover. Jezus begint met waarvoor Hij gekomen is: zijn verkondiging.
Vandaag is het 5 januari, morgen – 6 januari – is in de kerkelijke traditie Epifanie (Advent – Kerst – Epifanie). Dan viert de kerk dat Jezus tevoorschijn komt. Epifanie betekent: verschijning. Het wordt vaak gekoppeld aan de drie koningen die Jezus aanbidden. Het gaat erover dat het Licht in de wereld verschijnt. God komt in Jezus tevoorschijn.
En wat doet Marcus dan? Hij geeft een samenvatting vooraf van de kern van de boodschap van Jezus. En dat is niet: ‘Jullie zijn zondig, maar Ik kom jullie redden.’ Nee, dat is:
HET KONINKRIJK VAN GOD IS NABIJ!
KOM TOT INKEER!
Die kern proberen we te proeven met elkaar vanmorgen. Wat is dat? Dat koninkrijk? En hoe gaat dat in zijn werk: dat je tot inkeer komt. Of ook: dat je je bekeert?
HET KONINKRIJK IS NABIJ!
BEKEER JE!
3
Je zou willen dat Jezus een definitie gaf. Het koninkrijk van God is… Ik zou het op allerlei manieren kunnen aanvullen en zo tot een definitie komen. Het koninkrijk van God is:
- Gods genadige aanwezigheid in deze wereld,
- alles wat we aan goedheid, waarheid en schoonheid tegenkomen in deze wereld,
- Gods nieuwe wereld die vol is van liefde, vreugde en vrede,
- de hemel op aarde,
- de kracht van de heilige Geest.
Maar zo doet Jezus dat niet. Hij vertelt verhalen. Jezus lijkt niet zoveel met dogma’s en definities te hebben, veel meer met verhalen en voorbeelden. Het koninkrijk van God is als:
- een zaaier die eropuit ging om te zaaien, en het zaad kwam op de weg, op rotsachtige grond, tussen de distels en in goede aarde,
- een mosterdzaadje dat klein begint maar uitgroeit tot een grote struik waar vogels hun nest in maken,
- een schat die verborgen ligt in een akker, iemand verkoopt alles om die schat bezitten,
- een koning die een bruiloftsfeest organiseert en uitnodigt wie maar wil komen,
- een net dat in zee wordt geworpen en allerlei soorten vissen bijeenbrengt,
- een vader die twee zonen had…
En Jezus leert ons om te bidden om het koninkrijk: ‘Laat uw koninkrijk komen’! En we danken voor dat koninkrijk: ‘Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid’!
En Jezus geneest mensen, bevrijdt mensen, vergeeft mensen – wát een verhalen, vol van genezing, en bevrijding en vergeving!
Steeds weer nieuwe verhalen, steeds weer nieuwe ideeën over dat koninkrijk van God, steeds maar weer erom bidden en ervoor danken, voor Gods koninkrijk – Gods hemelse aanwezigheid op aarde.
Maar geen definities en geen dogma’s. En uiteindelijk moeten we het doen met Jezus zelf.
Zie je Hem?
Want als de mensen om zich heen kijken als Jezus dit zegt, dan zien ze geen kroon, geen troon, geen paarden en wagens, geen leger. Ze zien Jezus, Jezus alleen – tussen de mensen. De koning is zelf het koninkrijk! Hij raakt mensen aan zodat dat koninkrijk ook in hen tevoorschijn komt.
Het koninkrijk is nabij omdat Jezus dichtbij is. Hij staat voor ons. Hij kijkt ons aan. Hij spreekt ons aan. Hij raakt ons aan. Hij verschijnt in ons leven om alles nieuw te maken.
4
Dat moet eerst gezegd worden. Altijd opnieuw. Het evangelie begint niet bij ons, bij onze gebrokenheid of zondigheid. Het begint altijd opnieuw bij God zelf. Het Koninkrijk van God is nabij. Dat is het evangelie.
En onlosmakelijk daarmee verbonden is er dan een oproep, een uitnodiging, een uitdaging, je kunt het ook een gebod, het eerste gebod:
KOM TOT INKEER!
Je mag ook zeggen:
BEKEER JE!
En het is belangrijk om dat woord goed te proeven. En daarom gebruik ik even het Griekse woord dat er staat: metanoia. Dat woord kennen we niet direct in onze taal. We kennen wel: paranoia. Dat betekent dat je denken in de war is: para-noia. ‘Noia’ heeft te maken met je denken, met je mindset, je gedachteleven en ook je gevoelsleven (want die zijn nauw met elkaar verweven).
Meta-noia begint met dat woordje ‘meta’ dat we ook kennen uit bijvoorbeeld meta-morfose: dat je een verandering ondergaat, een transformatie.
Metanoia betekent: dat je verandert in je denken, dat je op andere gedachten komt. Je kunt het ook om-denken noemen. Het gaat om een proces van verandering en transformatie in je hele leven die begint bij je mindset, je gedachtenwereld. Bekering gaat dus niet allereerst erover dat je je van zonden moet bekeren. Maar dat je afscheid neemt van verkeerde gedachtepatronen, zoals bijvoorbeeld:
- ik moet mezelf zien te redden
- ik mag niet kwetsbaar zijn
- ik moet altijd controle houden over alles
- wat anderen van mij denken, is het allerbelangrijkst
- als ik faal, ben ik niets waard
Al dat soort gedachtepatronen die ook gevoelspatronen met zich meebrengen, daarvan zegt Jezus: ga omdenken, verander je gedachten en vervang ze door koninkrijks-gedachten:
- Jezus redt mij
- ik mag kwetsbaar zijn want er is genade
- ik mag de dingen loslaten, want God houdt ze vast
- wat Jezus van mij denkt, is het allerbelangrijkst
- als ik faal, dan is dat een kans om Gods genade te ervaren
Koninkrijk en bekering – die vormen met z’n tweeën de kern van het evangelie van Jezus.
HET KONINKRIJK IS NABIJ
En dan moet het eerst even een tijdje stil worden.
Zodat je je kunt verwonderen over wie God is,
- dat Hij bij ons wil wonen,
- dat Hij vergeeft en geneest en bevrijdt,
- dat Hij het is die waarheid en goedheid en schoonheid in ons leven brengt,
- dat de hemel is opengegaan
- dat we geschapen zijn naar Gods Beeld
- dat Hij tegen jou zegt wat Hij tegen zijn eigen Zoon zei: ‘Jij bent mijn geliefde zoon of dochter, Ik vind vreugde in jou, Ik heb je eindeloos lief
En als dat begint te landen – en dat kan best veel tijd kosten in een mensenleven – als dat begint te resoneren in je denken en je voelen, dan merk je dat het eerste gebod van Jezus ook landt: dan wil je veranderen, ook omdat je voelt dat je dat niet op eigen kracht hoeft te doen, maar dat er een veranderkracht in je leven is gekomen: de veranderkracht van het koninkrijk, de veranderkracht van Jezus.
5
Ik heb een boek meegenomen. Wie is nieuwsgierig naar welk boek dat zou zijn?
Jezus houdt van verhalen. Verhalen hebben veranderkracht. Dit boek heet ‘Het betoverde land achter de kleerkast. Een Narnia verhaal’ van C.S. Lewis. Wie kent het boek? Of de film?
Het boek gaat over de vier kinderen Peter, Susan, Edmund en Lucy. Zij zijn terecht gekomen in het betoverde land achter de kleerkast, waar sneeuw ligt en waar vreemde wezens wonen en dieren die kunnen praten.
Daar woont ook de leeuw Aslan. Indrukwekkend in zijn vriendelijkheid. Krachtig in zijn zachtmoedigheid.
Er is een bos, en in dat bos ontmoeten ze al snel meneer Bever. Ze maken kennis met elkaar. Bever praat heel zachtjes want niet alle bomen in het bos zijn vrienden, er staan ook vijanden tussen. En die bomen luisteren altijd mee.
En dan is er een passage die ik graag wil voorlezen (hoofdstuk 7 – Een dag bij de Bevers, blz. 55-56) omdat we er iets in proeven van het koninkrijk, van de Leeuw met de naam Aslan, en van hoe je daardoor verandert.
“Hier zakte het gefluister van de Bever helemaal weg en zwijgend knikte hij een paar keer geheimzinnig met zijn kop. Toen beduidde hij de kinderen dat ze zo dicht mogelijk om hem heen moesten komen staan, zodat ze zijn snorharen in hun gezicht voelden kriebelen. Toen fluisterde hij, héél zachtjes: ‘Ze zeggen dat Aslan onderweg is… dat hij misschien al in Narnia is geland.’
En nu gebeurde er iets heel merkwaardigs. De kinderen wisten geen van allen wie Aslan was, net zo min als jij; maar op het moment dat de Bever dit zei, voelde iedereen zich ineens heel anders dan daarvoor.
Misschien is het je wel eens overkomen dat iemand in een droom iets tegen je zei wat je niet begreep, maar in je droom had je het gevoel dat het iets heel belangrijks betekende – misschien iets heel griezeligs, zodat je hele droom in een nachtmerrie veranderde, maar misschien ook wel iets heel moois – iets wat zo mooi is dat er geen woorden voor zijn, waardoor je droom zo prachtig werd dat je er je hele verdere leven aan blijft denken en dat je altijd maar blijft hopen dat je ooit nog eens in diezelfde droom terug kunt komen.
Zoiets was het nu ook. Bij het horen van de naam Aslan voelden de kinderen allemaal een schok door zich heen gaan. Edmund voelde ineens een geheimzinnige angst diep in zijn hart. Peter voelde zich plotseling dapper en kreeg zin om avonturen te beleven. Susan kreeg een gevoel alsof er net een heerlijke geur of een prachtige melodie langs haar heen was gezweefd. En Lucy voelde zich zoals je je voelt als je ’s ochtends wakker wordt en het dringt opeens tot je door dat het vandaag de eerste dag van de vakantie is, of het begin van de zomer.”
Weet je wat me zo raakt in dit stuk van het verhaal? Dat er een nieuwe wereld open gaat. Dat er iets nieuws gebeurt, op gevoelsniveau. En ook dat mijn verbeelding wordt gestimuleerd: ik kan het voor me zien, ik kan het meevoelen.
En het roept ook de vraag op, bij mezelf maar hopelijk ook bij jou:
- Gebeurt er eigenlijk nog wel wat in mij als ik de naam Jezus hoor?
- Gaat er nog iets in mij trillen als ik hoor over ‘het koninkrijk van God’?
- Resoneert er nog wat in mijn binnenste als Aslan mijn leven binnenkomt?
6
Misschien dat deze vier kinderen ons kunnen helpen om te ontdekken hoe de veranderkracht van Gods koninkrijk in onze levens zou kunnen uitwerken. In wie herken jij jezelf het meest?

Edmund | “Edmund voelde ineens een geheimzinnige angst diep in zijn hart.”
Edmund was onder de indruk van de Witte Heks. Er was een geest van verraad in hem gekomen. Als er verraad of leugen of of egoisme of oordeel of eigenbelang in je leven zit – dan is het spannend en geeft het onrust als je over Aslan hoort. Want de leeuw is is ook gevaarlijk.
Ik lees nog een passage voor (hoofdstuk 8, blz. 63). Lucy heeft gevraagd of Aslan een mens is.
“”Aslan, een mens?!” zei meneer Bever verontwaardigd. “Natuurlijk niet. Ik zei al dat hij de Koning van het bos is en de zoon van de grote Keizer die over de zee woont. Weet je niet wie de Koning der Dieren is? Aslan is een leeuw – de Leeuw, de grote Leeuw.”
“Ooooh!” zei Susan. “Ik dacht de hele tijd dat hij een mens was. Is hij niet – eh gevaarlijk? Ik geloof vast dat ik behoorlijk bang ben als ik met die leeuw kennis moet maken.”
“Dat ben je vast en zeker, liefje, dat kun je gerust geloven,” zei mevrouw Bever, “iemand die niet tegenover Aslan staat met knikkende knieën is of bijzonder moedig, of bijzonder dom.”
“Dus hij is tòch gevaarlijk?” zei Lucy.
“Gevaarlijk?” zei meneer Bever. “Hoor je niet wat mevrouw Bever zegt? Niemand heeft gezegd dat hij níet gevaarlijk is. Natuurlijk is hij gevaarlijk. Maar hij is goed. Hij is onze Koning; dat zei ik toch al.””
Peter | “Peter voelde zich plotseling dapper en kreeg zin om avonturen te beleven.”
Dat kan dus ook gebeuren. Dat je je moedig voelt als je hoort over Gods koninkrijk. Dat je zin krijgt om mee te doen in Gods nieuwe wereld. Dat je iets gaat doen waar je eigenlijk al heel lang tegenaan hikt, dat je eindelijk de eerste stap zet. Het koninkrijk van God inspireert tot actie, tot leiderschap en het aangaan van uitdagingen.
Deze maand staat vanuit de Gemeenteschets het thema “Vol van een betere wereld” centraal. Voor de leeftijd 12-15 jaar staat daar een mooie vraag in: “Als jij nu één ding mocht veranderen in deze wereld of in jouw eigen leven, wat zou dat dan zijn?” Dat kan gaan over onrecht en oneerlijkheid, over de schepping en duurzaamheid, over oorlog en ruzie.
En als je daarover gaat nadenken dan hoop ik dat je je plotseling dapper voelt en zin krijgt om avonturen te beleven!
Susan | “ Susan kreeg een gevoel alsof er net een heerlijke geur of een prachtige melodie langs haar heen was gezweefd.”
Als je in aanraking komt met de wereld van Aslan, met het koninkrijk van God, dan komt er ook schoonheid in je leven binnen. Schoonheid is een koninkrijkservaring. Dat je geniet van mooie bloemen, een blauwe lucht, het licht dat begint te wandelen door het huis, een schitterend concert, vogels die fluiten, een schilderij dat je ontroert, een heel erg lekkere maaltijd, een harmonieuze relatie vol liefde. En noem maar op.
Schoonheid is een echo van de glorie van Christus.
Lucy | “Lucy voelde zich zoals je je voelt als je ’s ochtends wakker wordt en het dringt opeens tot je door dat het vandaag de eerste dag van de vakantie is, of het begin van de zomer.”
Het is nu zeker niet het begin van de zomervakantie. Maar we kunnen wel elke dag opnieuw wakker worden in Gods wereld en een nieuw begin maken vanuit de vreugde van God. Want dat is het gevoel dat bij Lucy hoort en bij het koninkrijk: vreugde.
Als je hoort over het koninkrijk van God, dan word je als een kind dat zich verheugt over het leven, over nieuwe kansen, over vrijheid. Over de eerste dag van de rest van je leven.
7
Lieve mensen, ik hoop dat de boodschap van Jezus iets nieuw bij je op gang brengt, een nieuwe lente, een nieuw geluid, nieuwe gedachten en nieuwe gevoelens. En ook: nieuwsgierigheid!
En dan tenslotte nog over één van de vragen van het begin. Waar is dat koninkrijk?
Dat koninkrijk is in het hart van God.
God laat zich in het hart kijken, het is een Vaderhart, en daar zien we zijn Zoon. Jezus is het hart van God.
Dat koninkrijk is in het hart van de volgelingen van Jezus.
We hoeven niet ver te zoeken. We kunnen naar binnen keren, tot inkeer komen, omdat Jezus daar woont. En de heilige Geest woont daar. Het koninkrijk is in jullie harten. Laat het tevoorschijn komen.
Dat koninkrijk is ook in het hart van de wereld waarin we leven.
Gods Geest werkt niet alleen in de kerk, maar in heel deze wereld, overal, in mensen, in de natuur, in ons dagelijks werk, in kunst en cultuur. Gods koninkrijk is in het hart van deze wereld.
Ik hoop dat jullie nieuwsgierigheid is geprikkeld.
Ik hoop dat je gelooft in het goede nieuws van Jezus over het koninkrijk.
Ik hoop dat je gehoor wilt geven aan die oproep van Jezus die ook klinkt: “Kom, volg Mij”.
En Jezus zegt erachteraan: “Ik maak alles nieuw”.
Luister naar dit lied: “Waar U verschijnt, wordt alles nieuw.“