Zoek mijn aangezicht

 

Bidden is je ogen sluiten zodat ze opengaan voor het aangezicht van God. Want God is een God die kijkt. Zijn aangezicht licht over je. Hij kijkt je aan. Zijn ogen zijn vol genade. Wie bidt, kijkt God aan.

Maar je blik dwaalt nogal snel af. Er is zoveel wat boeit, zoveel wat mooi is, zoveel wat aantrekkingskracht uitoefent. Je blik wordt er als vanzelf naar toe getrokken. Wie bidt bekeert zijn ogen tot God.

Hij die je aankijkt, spreekt je ook aan. Zijn woorden zijn vol genade. Hij zegt: ‘Zoek mijn aangezicht.’

Dat zijn woorden om je zo hartelijk eigen te maken, dat het je eigen woorden worden: ‘Waarlijk, mijn ogen, keer u stil tot God, want bij Hem is mijn licht en mijn vrede.’

- -

‘Zoek mijn aangezicht.’ Ik ken eigenlijk geen heilzamer gebod dan dit gebod. Het klinkt ongeveer als: ‘Leef in mijn licht.’ Of als: ‘Kijk Me aan.’ Want Gods blik zoekt de mijne. Hij zoekt oogcontact. Het licht dat schittert in zijn ogen wil schijnen in mijn hart.

‘Ik zoek uw aangezicht, Here. Want ik geloof met heel mijn wezen dat in uw ogen uw almacht, wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid glansrijk stralen.’

Gods glanzende ogen zijn op mij. Stralend kijk ik Hem aan. ‘Ik zoek uw aangezicht, Here.’

- -

Maar soms ben ik bang. Zoals je bang kunt zijn in het donker. Bang voor wat je kan overkomen als je alleen bent, zonder God. Bang dat je het licht nooit meer zult zien. ‘Verberg uw aangezicht niet voor mij’, bid ik dan.

En God antwoordt: ‘Nee, dat zal Ik niet doen. Want je zoekt mijn aangezicht. En wie zoekt zal vinden.’

‘Here God, ik prijs uw blik, waarmee U me aankijkt. Ik roem uw aangezicht, dat over me licht. Ik bid dat U mijn ogen als ik ze sluit direct opent.’

 

Van Uwentwege zegt mijn hart: Zoekt mijn aangezicht. Ik zoek uw aangezicht, Here. Verberg uw aangezicht niet voor mij.
(Psalm 27:8-9a)

Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is mijn verwachting.
(Psalm 62:6)

De Here doe zijn aangezicht over u lichten en is u genadig, de Here verheffe zijn aangezicht over u en geeft u vrede.
(Numeri 6:25-26)