Meditatiebrief januari 2002

Intro

Januari, had ik beloofd. Nou, dat is dus maar net gelukt. Op deze 31e januari maak ik de zesde en laatste meditatiebrief klaar. Terwijl ik in de vorige brief schreef dat de Adventsdagen voor de deur stonden, kan ik nu zeggen dat de Veertigdagentijd binnenkort aanbreekt. Die periode van bezinning begint op de zogenaamde Aswoensdag (dit jaar is dat op 13 februari). Het bijbelrooster dat ik je deze keer aanreik, staat dan ook helemaal in het teken van de overdenking van onze omgang met Christus, de Gekruisigde en Opgestane. Maar vooraf geef ik ook weer wat overwegingen rond meditatie door. Deze keer van de christelijk-gereformeerde emeritus-hoogleraar W.H. Velema.

Meditatie als oefening in gereformeerde spiritualiteit

Velema publiceerde in 1990 een boek met als titel: ‘Nieuw zicht op gereformeerde spiritualiteit’. Daarin besteedt hij in hoofdstuk 10, dat gaat over het thema Spiritualiteit vraagt om oefening, aandacht aan het mediteren. Velema geeft een heel eigen benadering, zeer praktisch en doelgericht. Hopelijk kun je ook met zijn opmerkingen je winst doen voor je eigen meditatieve omgang met het Woord van God.

"Wat het persoonlijke leven betreft, moet ook genoemd worden de meditatie. Dat is het zich begeven midden in de dingen, naar het hart van de zaak die aan de orde is. Mediteren is een wijze van zich concentreren op het middelpunt, om van daaruit naar de omtrek van de cirkel te gaan. Mediteren is niet mogelijk als men zich in een veelheid van gedachten en gezichtspunten verliest. Bij meditatie zoekt men dat ene op dat het centrum is, om van daaruit een uitwaaiering te voltrekken. Men beleeft dan de heilzame veelheid vanuit dat ene middelpunt. De concentrische cirkels rondom het ene middelpunt worden steeds wijder.

Bij welk punt zet de meditatie in? Het is mogelijk bij een schriftgedeelte te beginnen, dat te ordenen en zo de centrale gedachte erin op het spoor te komen. Het laat zich denken dat men de Psalmen overdenkt vanuit het centrale thema. Dan gaat men na, welke aspecten er verder aan de orde komen. Het is heilzaam de bevindingen van dit mediteren beknopt op papier vast te leggen.

Men kan ook een bijbels thema nemen, en daarvoor een karakteristiek bijbelgedeelte kiezen, bijvoorbeeld Gods vaderlijke zorg; zondaar zijn; roeping; troost; de betekenis van de wet; wat betekent het dat God Zich openbaart en dat wij op openbaring zijn aangewezen? Wat is de praktische strekking van bijbelse noties over wijsheid? Men kan ook over faalangst en over groei in zelfkennis - voor het aangezicht van God (coram Deo) - nadenken.

Men beginne eenvoudig en make summiere aantekeningen. Men kan dan de meditatief afgelegde weg aan bepaalde markeringspunten herkennen. men doet er goed aan in de meditatie enige ordening aan te brengen. We beseffen dat het voor velen misschien bezwaarlijk is zelf een serie meditaties op te zetten. Misschien is het voor velen wel teveel om aantekeningen te maken bij wat men overdenkt. Toch zou dat goed zijn. Men oefent zich erin zijn gedachten onder woorden te brengen en te ordenen. Bovendien legt men vast wat men zoal overwogen heeft. Men kan erop teruggrijpen. Het reeds beschrevene kan men al verder mediterend, uitwerken en uitbouwen.

Zo is er de mogelijkheid van groei in de diepte en in de breedte. Sommigen zullen deze groei zien als een onvruchtbare vorm van zelfbespiegeling. We ontkennen niet dat deze meditatie daartoe verworden kan. Toch behoeft dat allerminst het geval te zijn!

Naar onze gedachte wordt er in protestantse kring te weinig gemediteerd. Wellicht dat reactie op rooms-katholieke praktijken nog steeds een rol speelt. Overigens heeft die reactie dan wel taaie kracht, want zij heeft het eeuwen volgehouden. Wat ook de oorzaak mag, er wordt te weinig gedaan aan meditatie en aan overdenking van het eigen leven in relatie tot Gods woorden.

Er wordt ook te weinig gedaan aan oefening om verder te komen in de omgang met God. Voorwaarde voor die geestelijke voortgangvoortgang, ook wel groei genoemd, lijkt ons de resultaten van onze overwegingen summier en puntsgewijs vast te leggen. Wat kan men van zulke aantekeningen niet een plezier hebben, als men zich voorbereidt op een gemeenschappelijke bijbelbespreking of een bezinningsavond. Men kan dan anderen helpen met wat men zelf leerde, en tegelijk aan het geschrevene toevoegen, wat men op zo'n avond zelf als winst opdeed. Wij zijn te gemakzuchtig en te vluchtig in onze geestelijke oefeningen. Wij zijn te lui en te nonchalant.

Het gaat in het bovenstaande werkelijk niet om grote dingen Eenvoud ook in het opschrijven, beknoptheid in de samenvatting zijn kenmerk van het ware. Wie zich hiertoe zet, zal ook met meer interesse en intensiever met de bespreking meedoen. Wat hoor ik er in, dat aansluit bij reeds verworven kennis? Hoe kom ik met wat ik hoorde verder? Het gesprek met de predikant zal ook voor hem stimulerend zijn, zowel vanuit de verwachting van meer en van iets onbekends, als vanwege de gedachte dat de mensen er in hun eigen leven wat mee doen. Wat men horende leert, wordt ingevoegd in wat men reeds wist. Er vindt een concentrische uitbreiding van inzicht en kennis plaats.

Sommige lezers zullen tegenwerpen dat men toch eigenlijk wel een bepaalde scholing gehad moet hebben om het bovenstaande in praktijk te brengen. We ontkennen niet dat enige scholing diensten kan bewijzen. Wie geleerd heeft samenvattingen te maken en eigen gedachten op papier te zetten, heeft een zekere voorsprong. Toch moet niemand denken, dat wie dat niet geleerd heeft, aan het boven beschrevene maar niet moet beginnen. Wij zouden juist zeggen: laat hij of zij het proberen. Wij hebben als meelevende kerkleden op zoveel verschillende manieren en in zoveel onderscheiden verbanden contact met de Bijbel. Waarom dan niet geprobeerd daarin wat samenhang te brengen, onder meer ook door beknopte aantekeningen te maken? Een eenvoudig, niet al te duur cahier, een flinke blocnote kan aan dit doel dienstbaar zijn.

Wie er aan begint, zal er steeds meer plezier in krijgen. Men treft in de aantekeningen iets aan van het eigene in de omgang met God en Zijn Woord; iets van wat men zelf door (overigens vaak beperkte) geestelijke inspanning zich heeft verworven.

Men moet ermee beginnen, én men moet het volhouden. Tucht en tijd spelen hierin een belangrijke rol. Typisch voor gereformeerde spiritualiteit is juist dat men zich wil oefenen. Structuur en organisatievorm (hoe bescheiden ook) vormen mede het kader waarbinnen gereformeerde spiritualiteit kan bloeien.

Wie het als ouders zelf beoefenen, kunnen het ook hun kinderen voorhouden. Het is moeilijk de kinderen een spiritualiteit aan te prijzen, waarin men zichzelf niet oefent. Het zou kunnen zijn, dat goede oefeningen van de ouders tot in het derde en het vierde geslacht zegen afwerpen."

Op weg naar Pasen

Jezus Christus is onze gekruisigde en opgestane Heer! Dat is het centrum van het evangelie. Het is goed om daar in de weken naar Pasen toe bij stil te staan en er stil van te worden.

Die weken naar Pasen toe worden in de gereformeerde traditie veelal de lijdenstijd genoemd (gemarkeerd door zeven lijdenszondagen voorafgaand aan de Paaszondag). Die term maakt vooral duidelijk hoe fundamenteel het lijden en sterven van onze Here Jezus Christus is. Het kruis staat in het midden van het evangelie: ‘Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods.’ En: ‘Ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd’ (Paulus in 1 Korintiërs 1 vers 18 en 2 vers 2).

De tijd naar Pasen toe wordt in de bredere christelijke traditie ook wel veertigdagentijd genoemd. Die aanduiding geeft vooral het bezinnende karakter van deze periode aan (veertig dagen of jaren staan in de bijbel voor een periode van bezinning en ootmoedige voorbereiding op wat komen gaat). De kerk staat stil bij het kruis en de opstanding van haar Heer en overweegt tegelijk hoe een leven in de navolging van deze Christus eruit ziet. Deze veertigdagentijd begint vanouds op de zogenaamde Aswoensdag (dit jaar is dat op woensdag 13 februari).

Welke term ook de voorkeur mag hebben, het gaat er in elk geval om dat we ons al bijbellezend voorbereiden op het gedenken van dat grootse gebeuren van de dood en de opstanding van onze Here Christus.

Met het bijbelleesrooster dat je hier kunt downloaden wil ik je daarbij helpen. Het rooster begint op de zesde zondag voor Pasen. De bijbellezingen van iedere week horen steeds thematisch bij elkaar. De dagtekst is een handvat voor je eigen, meer persoonlijke en meditatieve overweging van de vraag: ‘Wie is de gekruisigde en opgestane Heer vandaag voor mij?’

Slot

Van harte hoop ik dat de meditatiebrieven je hebben geholpen en nog helpen om te groeien in je omgang met God en zijn Woord. Bid ook zelf of de Geest je steeds opnieuw tijd en gelegenheid geeft om bij God te zijn en al mediterend te genieten van zijn Woord.

Hartelijke groet in Christus,

Jos Douma