Meditatiebrief november 2001

Intro

Helaas is het niet gelukt om al eerder een meditatiebrief klaar te maken. Die van oktober slaan we dus over. In deze vijfde brief (en een na laatste, want er komen niet meer dan zes) geef ik weer iets door van iemand die over meditatie heeft geschreven. En verder reik ik je een leesrooster voor Advent aan. Want de Adventsdagen staan voor de deur.

Bonhoeffer over meditatie

Dietrich Bonhoeffer, een Duitse theoloog die leefde van 1906 tot 1944, heeft in de jaren 1935 tot 1937 een predikantenseminarie geleid. Van het gezamenlijke leven dat hij daar samen met de kandidaten praktiseerde, heeft Bonhoeffer verslag gedaan in het boekje ‘Gemeinsames Leben’. Op de achterflap van de Nederlandse vertaling van dat boekje (‘Leven met elkander’) staat onder andere dit: ‘Leven met elkander behoort zondermeer tot de grootste spirituele werken uit de geschiedenis van de kerk. In een vijftal hoofdstukken gaat de bekende Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer in op de gemeenschapsbeoefening tussen christenen. Deze gemeenschap verschilt volgens de auteur wezenlijk van alle andere gemeenschappen, omdat zij geestelijk is, dat is: tot stand gebracht door de Heilige Geest.’ Uit dit boekje geef ik iets door van wat Bonhoeffer schrijft over meditatie van de Heilige Schrift.

"De tijd voor de meditatie laat ons niet verzinken in de leegte en de afgrond van het alleenzijn, maar hij doet ons alleen zijn met het Woord. Daarmee geeft hij ons de vaste bodem waarop wij staan en een duidelijke gids voor de stappen, die wij moeten doen. Terwijl wij in de gemeenschappelijke morgenwijding een lang, samenhangend bijbelgedeelte lezen, houden we ons bij de meditatie aan een korte uitgekozen tekst, waarmee wij misschien wel een hele week bezig zijn. Worden wij door het gemeenschappelijk lezen van de Bijbel meer in de ruimte en de totaliteit van de Heilige Schrift binnengeleid, bij de persoonlijke meditatie worden wij gebracht in de ondoorgrondelijke diepte van de afzonderlijke tekst en het afzonderlijke woord. Beide zijn evenwel noodzakelijk, 'opdat gij in staat zult zijn om met alle heiligen te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is' (Ef. 3:18).

Wij lezen bij de meditatie de ons gegeven tekst, wetend van de belofte, dat hij ons heel persoonlijk voor vandaag en voor ons christenzijn iets te zeggen heeft, en dat het niet alleen het Woord van God is voor de gemeente, maar ook voor mij persoonlijk. Wij stellen ons zolang voor de afzonderlijke zin en het afzonderlijk woord open, tot wij er persoonlijk door geraakt worden. Daarmee doen wij niets anders dan wat de eenvoudigste, meest ongeletterde christen dagelijks doet: wij lezen het Woord van God als het Woord van God voor ons. Wij vragen dus niet, wat deze tekst anderen te zeggen heeft - voor ons, predikanten, betekent dat, dat we niet vragen hoe wij over de tekst preken of onderwijzen zullen - maar wat hij onszelf, heel persoonlijk te zeggen heeft. Her is wel duidelijk, dat we dan eerst de tekst naar zijn inhoud moeten hebben begrepen. Maar we gaan niet exegetiseren, geen preek voorbereiden, er niet een soort bijbelstudie van maken; maar we wachten op het Woord van God voor óns. Dat is geen doelloos wachten, maar een wachten op grond van een duidelijke belofte. Dikwijls zijn we zodanig belast en overvoerd met andere gedachten en indrukken, zorgen ook, dat het lang duren kan, eer het Woord van God dat allemaal heeft opgeruimd en tot ons doordringt. Maar het gebeurt vast en zeker, zo zeker als God zelf tot de mensen gekomen is en wederkomen zal. Juist daarom zullen we onze meditatie beginnen met het gebed, of God zijn Heilige Geest door zijn Woord tot ons wil zenden, ons zijn Woord wil openbaren en ons verlichten.

Het is niet nodig, dat wij tijdens de meditatie met het hele bijbelgedeelte klaarkomen. Dikwijls zullen we moeten blijven staan bij een enkele zin, of zelfs wel bij een enkel woord, omdat we erdoor worden vastgehouden, er vóór gezet worden en er niet aan voorbij kunnen. Zijn de woorden 'Vader', 'liefde', 'kruis', 'barmhartigheid', 'heiligmaking', 'opstanding' niet vaak voldoende om onze korte tijd van meditatie meer dan rijkelijk te vullen?

Het is niet nodig, dat wij bij de meditatie ons best doen in woorden te denken en te bidden. Her zwijgende denken en bidden, dat alleen voortkomt uit her luisteren, kan dikwijls nuttiger zijn.

Het is met nodig dat wij bij de meditatie nieuwe gedachten vinden. Dat leidt ons vaak alleen maar af en bevredigt onze ijdelheid. Het is volkomen voldoende, als het Woord, zoals we het lezen en verstaan, tot ons doordringt en 'in ons komt wonen'. Het Woord van God wil bij de meditatie tot ons doordringen en bij ons blijven, zoals Maria het woord van de herders 'bewaarde in haar hart', zoals een woord van een mens ons vaak lang bij blijft, ons niet meer loslaat, in ons werkt, ons bezighoudt, ons onrustig of blij maakt, zonder dat wij er iets aan kunnen doen. Zo wil ook het Woord van God dit in onze meditatie. Het wil ons werkelijk raken, zijn uitwerking hebben in ons leven, zodat wij er heel de dag niet meer van loskomen. Dan zal het zijn werk aan ons verrichten, vaak zonder dat wij het beseffen.

En vooral is het bij de meditatie niet nodig, dat wij de een of andere soort onverwachte, buitengewone `ervaringen' opdoen. Dat kan gebeuren. Maar als het niet zo is, is dat geen teken van een vergeefse meditatie. Niet alleen bij het begin, maar ook later zullen wij telkens weer af en toe bij onszelf een grote innerlijke dorheid en onverschilligheid merken, een tegenzin en zelfs het feit, dat wij niet in staat zijn om te mediteren. Bij zulke ervaringen mogen we niet blijven staan. Vooral mogen wij ons hierdoor niet laten weerhouden om met veel geduld en trouw ons juist dan te houden aan onze vaste ogenblikken van meditatie. Daarom is het ook niet goed, om de vele slechte ervaringen, die wij bij de meditatie met onszelf opdoen, al te ernstig te nemen. Langs een vrome omweg zou hier onze oude ijdelheid en onze ongeoorloofde eis tegenover God kunnen binnensluipen, alsof we ook maar enig recht zouden hebben op alleen maar sterkende en gelukkig makende ervaringen, en alsof wij te goed zouden zijn voor de ervaring van onze innerlijke armoede. Met zo'n houding komen we echter niet verder. Met ongeduld en zelfverwijten helpen we alleen maar onze zelfgenoegzaamheid en raken we hoe langer hoe meer verstrikt in het net van de gerichtheid op onszelf. Daarvoor is zelfs bij de meditatie even weinig tijd als overal elders in her christelijk leven. Wij moeten alleen letten op het Woord en alles overlaten aan de werking daarvan. Kan het ook soms met zijn, dat God zelf ons de momenten van leegte en dorheid zendt, opdat wij weer alles van zijn Woord zullen verwachten? 'Zoek God, en geen blijdschap' - dat is de grondregel van elke meditatie. Zoekt u God alleen, dan zult u blijdschap ontvangen - dat is de belofte voor elke meditatie."

Hoe zal ik U ontvangen

De weken voor Kerst hebben de kleur van Advent. Paars. Dat is de kerkelijk kleur. Maar daar gaat het me niet eens allereerst om. Advent heeft vooral de kleur van inkeer en stilte, van ootmoed en ernst. Voordat we uitbundig het Kerstfeest vieren (inclusief kleurige kerstballen en een heerlijk kerstdiner) is het goed om je in stilte te bezinnen op het komen van Christus.

Ik probeer daar zelf ook vorm aan te geven. Mag ik je uitnodigen om daarin mee te doen? Laten we ons samen en persoonlijk afvragen hoeveel ruimte er in ons leven is voor de Zoon van de levende God. Die ter wille van ons mensen en van ons behoud is neergedaald uit de hemel en vlees is geworden.

Het bijbelleesrooster dat je hieronder aantreft, wil je daarbij helpen. Voor elke dag heb ik ook een tekst aangegeven waarover je apart zou kunnen mediteren.

Week 1
zondag
2 december
Matteüs 25:1-13 De bruidegom, zie, gaat uit Hem tegemoet!
maandag
3 december
Matteüs 24:32-42 Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt.
dinsdag
4 december
Matteüs 25:31-46 Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.
woensdag
5 december
Psalm 25 Gij zijt de God van mijn heil,
U verwacht ik de ganse dag.
donderdag
6 december
Psalm 50 Wie lof offert, eert Mij
en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien.
vrijdag
7 december
Psalm 80 O, God, herstel ons,
doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden.
zaterdag
8 december
Psalm 39 En nu, wat verwacht ik, Here?
Mijn hoop, die is op U.
Week 2
zondag
9 december
Openbaring 19:6-10 Zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam.
maandag
10 december
Openbaring 21:1-8 Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn.
dinsdag
11 december
Openbaring 22:12-21 Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom, Here Jezus!
woensdag
12 december
Openbaring 3:14-20 Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.
donderdag
13 december
Jesaja 11:1-10 En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn.
vrijdag
14 december
Jesaja 35:1-10 Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen.
zaterdag
15 december
Jesaja 62:1-12 Zie, uw heil komt; zie, zijn loon is bij Hem en zijn vergelding gaat voor Hem uit.
Week 3
zondag
16 december
Romeinen 13:8-14 De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts!
maandag
17 december
Filippenzen 4:4-7 Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij.
dinsdag
18 december
1 Tessalonisenzen 5:1-11 Laten wij dan niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn.
woensdag
19 december
Romeinen 15:1-13 Ieder van ons trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing, want ook Christus heeft Zichzelf niet behaagd.
donderdag
20 december
Micha 5:1-14 Dan zal Hij staan en hen weiden in de kracht van de Here, in de majesteit van de baan van de Here, zijn God; en zij zullen rustig wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde.
vrijdag
21 december
Zacharia 3:1-10 Zie, Ik neem uw ongerechtigheid van u weg, Ik trek u feestkleren aan.
zaterdag
22 december
Maleachi 4:1-6 Voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan.
week 4
zondag
23 december
Johannes 1:1-18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem van de Vader is, die heeft Hem doen kennen.
maandag
24 december
Lukas 1:26-38 Gij zult Hem de naam Jezus geven. Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
dinsdag
25 december
Lukas 2:1-20 En allen, die ervan hoorden, verbaasden zich over hetgeen door de herders tot hen gezegd werd.
woensdag
26 december
Lukas 2:22-29 Mijn ogen hebben uw heil gezien.

Tot slot

Dit is dus de vijfde en een na laatste meditatiebrief. Ik hoop dat je er de zegen van meeneemt. ‘Zalig ben je, als je Gods Woord biddend overpeinst, bij dag en bij nacht’.

Hartelijke groet,

Jos Douma