Meditatiebrief augustus 2001

Intro

Hierbij dan de derde meditatiebrief in een rijtje van zes. Ik ben zelf de afgelopen tijd weer tot de ontdekking gekomen hoe moeilijk het is om tijd en rust te vinden om te luisteren naar Gods stem in de bijbel. Dat vraagt echt discipline. Misschien herken je dat zelf ook wel. Dat je toch steeds een bepaalde drempel over moet om te gaan mediteren. En toch heb ik er nooit spijt van als ik het wel heb gedaan. Integendeel: als ik een tijdje stil ben geweest bij het Woord van God, dan neem ik daar altijd de zegen van mee voor de rest van de dag.

Luther en de meditatie

Deze keer wil ik iets doorgeven over Luther en de meditatie. Zelf heb ik in mijn proefschrift (Veni Creator Spiritus. De meditatie en het preekproces) ook vrij veel aandacht aan Luther besteed. Met name aan zijn drieslag: gebed - meditatie - aanvechting. Toen ontdekte ik ook dat de christelijk-gereformeerde hoogleraar W. van 't Spijker (hij is al emeritus) een boekje had gepubliceerd waarin hij ook aandacht vraagt voor die drieslag van Luther. Het is echt een prachtig boekje. Moet je lezen! En daarom hierbij even de gegevens: W. van 't Spijker, Bidden om te leven. Geloven in de weg van gebed en meditatie, Kampen 2000, ISBN 90 6140 691 9. Uit dit boekje, dat opgebouwd is uit ruim dertig kleine hoofdtukjes, geef ik één hoofdstukje door.

"Luthers pleit voor meditatie

Het is bekend dat Luther drie zaken absoluut noodzakelijk achtte voor het christelijke leven en wel heel in het bijzonder voor hen die dagelijks met de Schrift hebben om te gaan. Het eerste is het gebed. Zonder gebed kan niemand een christen zijn. Luther verwijst daarbij naar Ps. 119, waarin men deze drie regels vindt: gebed, meditatie en aanvechting.

Deze opmerkingen maakte Luther in verband met de aard en de betekenis van de Heilige Schrift. 'Allereerst moet men weten, dat de Heilige Schrift een zodanig boek is, dat alle andere boeken tot dwaasheid maakt, omdat er met een van deze het eeuwige leven leert zoals dit alleen.' Om de bijbel te begrijpen is allereerst het gebed noodzakelijk.

Maar naast het gebed geeft Luther een belangrijke plaats aan de meditatie, de overdenking van de Schrift. Dat dit maar niet hetzelfde is als een oppervlakkige lezing van de woorden, blijkt uit het volgende citaat: 'In de tweede plaats moet u mediteren, dat is: niet alleen met het hart, maar ook uiterlijk het uitgesproken en het gelezen woord in het Boek altijd maar weer ter harte nemen en laten werken, lezen en herlezen, met een ijverige opmerkzaamheid en overdenking, wat de Heilige Geest daarmee bedoelt. En wees er dan voor op uw hoede, dat u niet denkt in overmoed, dat het voldoende is om de tekst een- of tweemaal gelezen te hebben, gehoord en uitgesproken, en dat u nu alles wel tot op de bodem toe verstaat. Want zodoende ontstaat nimmer een echte theoloog. Zij zijn als het fruit dat nog helemaal niet rijp is en voortijdig van de boom valt. Zie daarom slechts in de Psalm (Luther bedoelde dus Ps. 119), hoe David steeds maar door roemt, dat hij wil spreken, dichten, zeggen, zingen, horen en lezen, dag en nacht, maar dan alleen over Gods Woord en zijn geboden. Want God wil zijn Heilige Geest met geven zonder het uiterlijke Woord. Houd u, daaraan. Want Hij heeft niet voor niets de opdracht gegeven om het Woord uiterlijk op te schrijven, te prediken, te lezen, te horen, te zingen, te zeggen enzovoort.'

Luthers omgang met de bijbel

Er is over Luthers omgang met de bijbel veel geschreven. Hij had de grootste eerbied voor het Woord. Hij kende het als weinigen. Hij vertaalde het voor het volk. Hij predikte er uit voor de gemeente. Hij verklaarde het voor zijn studenten. Hij leefde er persoonlijk ook uit, als uit de enige fontein van zijn leven. Inderdaad, er is over Luthers omgang met de Schriften veel te zeggen en er is ook veel uit te leren.

Maar Luther zou nimmer de Schrift-theoloog zijn geworden wanneer hij niet zelf de kunst had verstaan, die hem geleerd was op de school van de genade, namelijk om het Woord al mediterend te lezen.

Dat hij daarbij niet de enige was en zeker ook met de eerste was, mag duidelijk zijn. Reeds voor Luther verstond men wat meditatie was. Met name in de beweging van de Moderne Devotie had men een stelselmatige aandacht gegeven aan de methode, ook aan het voorwerp van de meditatie. Veel daarvan is bij Luther terug te vinden. We willen daarover later nog iets meedelen. Maar Luthers eigen bijdrage aan de gezegende kunst van het overdenken van Gods Woord is belangrijk genoeg, om er eens afzonderlijk bij stil te staan. Een voorbeeld ervan is vrijwel aan ieder die zich ooit met Luther bezig hield bekend.

Het is de manier waarop hij al studerend en mediterend kwam tot de doorbraak van de kennis des geloofs. Men zou kunnen zeggen, dat de Reformatie in zekere zin uit de meditatie geboren is.

Luther had zijn tekst voor de colleges voor te bereiden. Hij was met die tekst (Rom. 1:16,17) zeer intensief bezig. Maar hij verstond haar niet. Hij las haar, herlas haar, hij zocht licht in het gebed om dit woord te verstaan. Hij bestormde de tekst met zijn gedachten en gebeden. Dat was het mediteren van een zoekende zondaar, die in zijn bezig zijn met de tekst ook bezig was met zichzelf en met God. Om later te ontdekken, dat God met hem bezig was zijn heerlijk werk der genade te voltrekken, zijn openbaring van het heil in Christus. Luther moest lezen, en nog weer eens lezen. Hij moest de tekst laten werken, dat wil zeggen hij moest God laten werken in zijn ziel en in zijn leven. En zo kwam het tot de reformatorische ontdekking, die hem de schellen van de ogen deed vallen, zodat hij zich terstond als wedergeboren de deur naar het paradijs zag geopend.

Luther heeft de betekenis van de meditatie altijd wel gekend, zodra en zolang hij in het klooster was. Maar hij heeft de betekenis ervan nimmer zo duidelijk gezien en omschreven dan nadat hem het licht van de Schriften was opgegaan over zijn eigen leven. Hij overdacht de Schrift. Maar de Schrift was het 'uiterlijke middel', waardoor God hem in de ziel greep. Daarom respecteerde Luther het uiterlijke ook zozeer dat hij opmerkte dat men de Schrift hardop moet lezen en zo weer tot zich moet laten spreken, als van buitenaf.

De betekenis ervan voor ons

Het is van belang om bij Luther en ook bij anderen les te nemen in de kunst van het mediteren. Onze tijd vraagt om stilte. En die stilte wordt gezocht en aanbevolen door vele religieuze mensen uit veel religies. Er zijn om zo te zeggen recepten in de handel waarin de meditatie wordt aangeprezen, technieken van meditatie die aan andere religies zijn ontleend. Vele oosterse religies kennen de meditatie. Mensen keren tot zichzelf in en zij hanteren daarbij aanbevolen methodes, waarin eerst het lichaam rust vindt. Men doet de voorgeschreven oefeningen, die de kramp uit het lijf moeten wegnemen, en men houdt zich aan de regels van de adembeheersing, die al met al een toestand moeten scheppen waarin de ziel pas kan gaan ademen. Voor sommigen zijn dergelijke oefeningen als lichamelijke training heilzaam. Maar men verstaat daarmee nog niet de kunst van het mediteren.

Wat in onze wereld op de markt is aan methoden en middelen voor transcendente meditatie tart elke beschrijving. En er is vraag naar. Ook onder het christenvolk zijn er velen die zich op deze weg begeven. De bijbel speelt daarin een heel kleine rol, indien hij nog genoemd wordt. Men is met zichzelf bezig. Men doet eigen ervaringen op. Men ontleedt zichzelf, voor zichzelf, door zichzelf en ten behoeve van zichzelf. Men komt tot een bewuster zelfverstaan, een zelfgevoel, een zelfervaring. En binnen het gebeuren van deze magische cirkel om zichzelf heen is geen plaats voor heil, dat van Christus komt, geen plaats voor de Schrift, voor het kruis, voor de genade en de eeuwige goedertierenheid van God in Christus. Daarom is het goed om in de eigen traditie op zoek te gaan naar de wegen, die de vromen gingen om het heil vanuit de Schriften te ontvangen."

Gods nieuwe begin door Mozes

Je zult het me vast niet kwalijk nemen als ik mijn preekwerk in de gemeenten waar ik predikant ben ook vruchtbaar probeer te maken met het oog op deze meditatiebrieven. Ik heb namelijk in de afgelopen weken een drietal preken gehouden over Mozes, die grote man Gods die in de bijbel zo'n belangrijke plaats inneemt. De preken hadden als thema: 'Gods nieuwe begin door Mozes'. Ze gingen over Exodus 1:1-4:17. Dit bijbelgedeelte zou ik je nu willen aanreiken als uitgangspunt voor je meditatieve omgang met Gods Woord. Neem eerst eens (een paar keer) de tijd om die hoofdstukken rustig door te lezen. Lees het alsof je het voor het eerst leest. Je kunt eventueel ook de drie preken lezen die ik over dit bijbelgedeelte heb gemaakt. Ze zijn op mijn site te vinden (de preken over Exodus 2:2b, 3:5 en 4:13).

Hieronder tref je dan een zestal teksten aan waarover je kunt mediteren. Maar als er andere tekstverzen zijn die je in het bijzonder hebben getroffen, gebruik die dan zeker ook voor je meditatie. Verder kun je natuurlijk ook mediteren over grotere tekstgedeelten, bijvoorbeeld hoofdstuk 1:1-22 en 2:1-10, bijbelgedeelten die heel verhalend zijn: probeer je je er zo goed mogelijk in in te leven wat daar allemaal gebeurt, stel het je voor, beleef het mee.

Teksten om te mediteren

 

1

Exodus 2:24

En God hoorde hun klacht en God gedacht aan zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob.

2

Exodus 3:4

God riep hem uit de braamstruik toe: 'Mozes, Mozes!' En hij antwoordde: 'Hier ben ik.'

3

Exodus 3:5

'Kom niet dichterbij: doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilige grond.'

4

Exodus 3:12

'Ik ben immers met u!'

5

Exodus 3:14-15

'Ik ben die Ik ben: de Here, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. Dit is mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht to geslacht.'

6

Exodus 4:11

'Wie heeft de mens een mond gegeven, wie maakt stom of doof, ziende of blind; ben Ik het niet, de Here?'

Slot

Ik wens je veel doorzettingsvermogen toe, en vooral vreugde bij het bezig zijn met de bijbel. Laat je inspireren en bemoedigen door de zaligspreking aan het begin van het Psalmenboek (en voor 'wet' mag je rustig 'Woord' lezen):

Zalig is de mens,
die aan des Heren wet een welgevallen heeft,
en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht.

Hartelijke groet,

Jos Douma