Drie vormen van omgang met de bijbel
(Uit: Jos Douma, Op het spoor van
meditatie. Biddend luisteren naar Gods Woord, blz. 13-20)
Dit is een boek over
bijbelmeditatie. Voor alle duidelijkheid geef ik direct even een korte definitie.
Bijbelmeditatie is: een geconcentreerd, biddend luisteren naar een kort
bijbelwoord om te horen wat God tegen jou persoonlijk wil zeggen (echt kort is
deze definitie natuurlijk niet). In de verschillende hoofdstukken van dit boek
wordt vanzelf duidelijker wat mij daarbij precies voor ogen staat.
Dit eerste hoofdstuk heeft vooral
als doel om de meditatieve omgang met de bijbel aan u te presenteren als één
van de mogelijke manieren om met de bijbel om te gaan. De meditatie van de
bijbel is niet het één en het al. Die indruk kan natuurlijk gemakkelijk
ontstaan als iemand met enige gedrevenheid pleit voor bijbelmeditatie. Dit boek
gaat daar dus wel over. Als u verder wilt komen in uw persoonlijke bijbelstudie,
dan moet u een ander boek lezen.
Daarmee heb ik meteen al twee
vormen van omgang met de bijbel aangeduid: bijbelstudie en bijbelmeditatie. Er
is er nog één en dat is bijbellezing. Daarmee heb ik de drieslag geformuleerd
die ik hier verder wil uitwerken:
bijbellezing
bijbelstudie
bijbelmeditatie
Al bij voorbaat zeg ik dat het
hier gaat om een onderscheiding die niet een scheiding bedoelt aan te brengen.
In een gezonde, gelovige omgang met Gods Woord zullen alle drie de vormen een
plek hebben. Toch is het zinvol om het onderscheid te maken, juist ook omdat er
in onze omgang met de bijbel gemakkelijk eenzijdigheden kunnen ontstaan. Ik
licht de drie vormen achtereenvolgens toe en ga daarna in op de sterke en
zwakke punten van elke vorm.
De drie vormen
De eerste vorm van omgang met de
bijbel noem ik: bijbellezing. Daarmee bedoel ik eenvoudigweg: het lezen
van een korter of langer bijbelgedeelte zonder daar direct verder mee 'aan de
slag' te gaan. Het gaat dus puur om het lezen van de bijbel. Deze vorm kennen
we bijvoorbeeld als de bijbellezing aan tafel na een maaltijd. Maar de meest
uitgesproken plek is de Schriftlezing in het kader van de zondagse samenkomst
van de gemeente. Daar wordt in een apart liturgisch onderdeel de Heilige
Schrift voorgelezen. Veelal wordt dat ervaren als het opstapje naar de preek.
Maar zo hoort het uitdrukkelijk niet te zijn. In de Schriftlezing als
zelfstandige liturgische handeling gaan de Schriften open en klinken de Woorden
van God in de oren van de samengekomen gemeente. Een kostbaar moment: we
luisteren naar wat de Geest tot de gemeente zegt. In het boek Openbaring worden
zij die voorlezen en horen zelfs zalig verklaart: Zalig hij, die voorleest, en
zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven
staat (Openbaring 1:3). En de apostel Paulus schrijft aan Timoteüs dat hij zich
onder andere moet toeleggen op het voorlezen: In afwachting van mijn komst moet
gij u toeleggen op het voorlezen, het vermanen en het leren (1 Timoteüs 4:13).
Het voorlezen is in zich dus al iets heel waardevols: waar de Schriften klinken
is de Geest die de Schriften ademde (2 Timoteüs 3:16) aanwezig om de woorden in
ons hart te brengen.
De tweede vorm van omgang met de
bijbel is: bijbelstudie. Kenmerkend hiervoor is: het zich verdiepen in
de bijbel, met behulp van allerlei studieuze hulpmiddelen (van concordantie tot
commentaar). Het doel daarvan is: het vergroten van het inzicht in en de kennis
over de bijbel. In de gereformeerde traditie neemt deze vorm van omgang met de
bijbel een heel belangrijke plaats in, vooral ook door het werk van de
bijbelstudieverenigingen. We zouden deze bijbelstudie ook kunnen noemen:
Schriftonderzoek. Het gaat daarin om het onderzoeken van de grotere verbanden
en lijnen in de bijbel als het boek waarin God Zelf naar ons toekomt. En dat is
zondermeer heel waardevol en onmisbaar voor ons geloofsleven: we onderzoeken de
Schriften omdat we geloven daarin het eeuwige leven te hebben, want de
Schriften getuigen van Christus (Johannes 5:39). En de Here Jezus Zelf laat aan
de Emmaüsgangers zien dat de lijnen in de bijbel allemaal bij Hem uitkomen: En
Hij begon bij Mozes en bij al de profeten en legde hun uit, wat in al de
Schriften op Hem betrekking had (Lukas 24:27). Daarop richt zich de
bijbelstudie als eigen vorm van omgang met de bijbel zich dus allereerst: op
het goed lezen wat er staat en zo op het ontdekken van Christus als de inhoud
en de vervulling van de Schriften.
De derde vorm van omgang met de
bijbel noem ik dus: bijbelmeditatie. Hierin staat heel nadrukkelijk de
vraag centraal: Wat wil God mij nu persoonlijk door dit bijbelgedeelte zeggen?
Wie mediterend omgaat met de Heilige Schrift wil zich direct laten aanspreken
en aanraken door de Geest van Christus. Want dat is toch ook de bijzondere
kracht van het Woord: dat er wat gebeurt in mensenlevens, dat het mensen
verandert. In Jesaja 55:11 wordt dat zo onder woorden gebracht: Mijn woord, dat
uit mijn mond uitgaat, zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat
Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend. En in het Nieuwe Testament
wordt de kracht van het Woord bijvoorbeeld zo tot uitdrukking gebracht: Het
woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en
het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewricht en
merg, en het schrift overleggingen en gedachten des harten (Hebreeën 4:12).
Deze ongelooflijke kracht van het Woord wil ervaren worden in de persoonlijke
ontmoeting met Christus die in de woorden van de bijbel naar ons toekomt. Hij
spreekt ons aan: Volg Mij! Zo roept Hij tot een veranderd en steeds weer
veranderend leven.
Sterke en zwakke punten
Elke van deze drie vormen van
omgang met Gods Woord heeft sterke en zwakke punten. De bijbellezing
heeft als sterke punt: de rotsvaste overtuiging dat Gods Geest spreekt als de Schriften
opengaan, dat Gods Stem klinkt, en dat wij daar niet altijd direct iets over
hoeven te vinden. God gaat door zijn Woord zijn ongedachte gang in onze levens.
Een zwak punt kan zijn dat bijbellezing tot niet meer dan een ritueel verwordt:
'even een stukje lezen', terwijl dan vergeten wordt dat God ons echt wil
aanspreken, en dat zijn Woord ons antwoord wil wekken.
De bijbelstudie heeft als
sterke punt dat we de rijkdom en de diepgang van heel de bijbel leren ontdekken,
dat we verbanden zien, dat we onder de indruk komen van de wijsheid van de
Schriften. Ook leren we steeds meer zien hoeveel tijd God heeft genomen om met
zijn heil naar ons toe te komen: een hele heilsgeschiedenis lang, duizenden
jaren. Als zwak punt moet genoemd worden dat we gemakkelijk blijven steken in
een verstandelijk bezig zijn met de bijbel: we vergroten onze bijbelkennis, we
ontdekken verbanden door tekst met tekst te vergelijken, we verdiepen ons in de
betekenis van een kernwoord, we bestuderen grotere bijbelgehelen, maar we
vergeten intussen dat het uiteindelijk niet om het boek van God gaat maar om de
God van het boek, die omgang met ons zoekt. Al te gemakkelijk kunnen we ons, al
studerend in en discussiërend over de bijbel, laten verleiden tot een alleen
maar verstandelijke benadering waaronder het hart koud en onveranderd blijft.
De bijbelmeditatie heeft
als sterke punt dat heel nadrukkelijk de persoonlijke omgang met God wordt
gezocht vanuit de vraag: ‘Heer, wat wilt U vandaag tegen mij zeggen?’ Want dat
is toch het uiteindelijke doel van onze omgang met de bijbel: dat God ons door
zijn Woord persoonlijk aanraakt en aanspreekt. Het gaat om ontmoeting, een
ontmoeting die vanwege ons zondaar zijn ook vaak confronterend zal zijn. Het gaat
om verandering en bekering want Gods Woord heeft groei in geloof en vertrouwen
en heiligheid als doel. Een zwak punt kan zijn dat we in de omgang met de (vaak
wat kortere) bijbeltekst teveel met onze eigen gedachten en gevoelens bezig
zijn en dat we al mediterend de band met de tekst in de context kwijtraken. Met
een wat lelijk woord zou dat een subjectivistische omgang met de bijbel genoemd
kunnen worden: de bijbel gaat buikspreken om zo alleen nog te zeggen wat in ons
straatje past.
Studie en meditatie
Ik wil nog even doorgaan op het
onderscheid tussen bijbelstudie en bijbelmeditatie. Van beide vormt de
bijbellezing het onmisbare uitgangspunt. Maar, onderscheidend gezegd,
vervolgens worden er door deze beide vormen van omgang met de bijbel verschillende
richtingen ingeslagen. Enigszins schematisch wil ik dat hieronder in beeld
brengen.
bijbelstudie |
bijbelmeditatie |
Centrale vraag: wat staat er en wat betekent het? |
Centrale vraag: hoe wordt ik aangesproken en wat doet het
met me? |
Het gaat om informatie: bijbelstudie heeft als doel groei
in inzicht in en kennis van de bijbel. |
Het gaat om transformatie: bijbelmeditatie heeft als doel
dat ik groei in mijn relatie met Christus, dat ik steeds meer omgevormd wordt
tot zijn beeld. |
Er worden lijnen in de bijbel getrokken: tekst met tekst
vergelijken. |
Er wordt allereerst een lijn gelegd van de tekst naar het
leven. |
Grotere bijbelgedeelten worden bestudeerd. |
De meditatie richt zich op een kortere kerntekst. |
De bijbeltekst fungeert als object: ik stel vragen aan de
tekst. |
De bijbeltekst fungeert als subject: de tekst stelt vragen
aan mij. |
Bovenstaand schema heeft
natuurlijk het gevaar in zich dat bijbelmeditatie en bijbelstudie als elkaar beconcurrerende
methoden tegen elkaar worden uitgespeeld. Dat is echter niet mijn bedoeling. Ik
wil benadrukken dat beide manieren van bezig zijn met het Woord van God hun
eigen waarde hebben. Sterker nog: ze hebben elkaar nodig, ze kunnen niet zonder
elkaar. Een meditatieve omgang met de bijbel helemaal los van bijbelstudie
wordt oppervlakkig en subjectivistisch. Bijbelstudie waarin het meditatieve
moment onderbelicht blijft wordt objectivistisch en kil-verstandelijk. Ik zou
het ook zo kunnen zeggen: zoals in een goede preek uitleg en toepassing beide
essentieel zijn, zo zijn in een gezonde omgang met de Heilige Schrift studie én
meditatie onmisbaar.
Misschien zegt u wel: ik herken in
mijn eigen omgang met de bijbel beide elementen heel goed (zonder die woorden
er voor te gebruiken). Dan bent u gelukkig te prijzen en hebt u iets heel
kostbaars: een echt gelovige, geestelijke manier van lezen in de bijbel. Maar
er zijn wellicht ook mensen die zeggen: nu wordt voor mij duidelijk wat ik op
mijn bijbelstudievereniging zo vaak mis. Want het gaat er meestal zo
verstandelijk aan toe: we vergelijken tekst met tekst, we stellen interessante
vragen die ons door een bijbelschets worden aangereikt, en ik leer er veel van,
maar toch ga ik met een onbevredigd gevoel naar huis, want het raakt me niet,
het landt niet in mijn leven. Wellicht zijn er ook weer anderen die zeggen: in
onze bijbelkring praten we eigenlijk alleen maar over de vraag wat een
bijbelgedeelte voor ons persoonlijk betekent, en vaak gaat het dan alleen nog
over ons geloof en gevoel en gebrek eraan, en komt het bijbelgedeelte niet echt
uit de verf. Het zijn twee uitersten die ik hier schilder, maar ze zijn vast
ook wel herkenbaar. In ieder geval hoop ik dat duidelijk wordt dat beide
manieren van omgang met de bijbel nodig zijn. Wat zou het mooi zijn als ze
bijvoorbeeld in bijbelgroepen weer bij elkaar werden gebracht. Dan worden
informatieve vragen en tekst met tekst vergelijken niet afgedaan als
verstandelijk (en dus afstandelijk) gedoe. En dan wordt de vraag wat dit nu
eigenlijk in mijn eigen leven betekent en uitwerkt niet weggehoond met de
opmerking dat dat wel erg gevoelsmatig en persoonlijk is. Om het maar weer even
in twee uitersten te zeggen.
Samenvattend: uitgaande van de
bijbellezing als startpunt hebben bijbelstudie en bijbelmeditatie allebei een
onmisbare plek. Ze mogen niet tegen elkaar worden uitgespeeld. In een gezonde,
gelovige omgang met het Woord van Christus hebben studie en meditatie als twee
wel te onderscheiden maar niet te scheiden dimensies aanwezig. Tegelijk is het,
juist omdat er in onze omgang met de bijbel ook scheefgroei kan ontstaan, wel
mogelijk en ook nodig om het onderscheid aan te brengen en om zo te leren beide
manieren goed in beeld te krijgen en in de praktijk te brengen.
Daarbij richt ik me in dit boek
dus op de bijbelmeditatie. In de volgende hoofdstukken richten we ons vol
overgave en met de bijpassende eenzijdigheid op de meditatieve omgang met de
Heilige Schrift als het Woord van God.