door Frans Tijssen
Het leven van een christen is vaak een aangevochten leven. Bij aanvechting wordt al gauw gedacht aan allerlei persoonlijke moeiten, waardoor het geloof wordt beproefd. Maar christelijk leven kan ook worden aangevochten door geesteloosheid, door oppervlakkigheid, doordat het leven van alle dag je zo in beslag neemt, dat daarin voor de Here nauwelijks een plek is.
Dat lijkt op het beeld van de gelijkenis van de zaaier, waarin een deel van het zaad in de dorens valt, waar 'de zorgen van het dagelijkse bestaan, de verleiding van de rijkdom en de verlangens naar allerlei andere dingen ertussen komen, en het woord verstikken, zodat het zonder vrucht blijft'. Ook strijd of teleurstellingen in de kerk kunnen het geloof aanvechten.
Wie om zich heenkijkt, kan dat alles ruimschoots aantreffen. Dat maakt sommigen moedeloos. Anderen drijft het aan tot activisme, alsof ze zelf de bedreigingen van het christenleven te lijf moeten. Het kan ook anders. Er zijn van die momenten in je leven, waarin je het geheim van de omgang van de Here weer mag ontdekken; in een leven dat wordt gevoed door het lezen en overdenken van Zijn Woord en het zoeken van Zijn aangezicht in gebed. Niet omdat dit er nu eenmaal bij hoort, maar omdat je ertoe getrokken wordt, omdat je ernaar gaat verlangen.
Dat hoeft niet te betekenen dat er voor die tijd niets was. Het kan gebeuren dat je al een heel actief christenleven achter de rug hebt: altijd trouw naar de kerk, actief in verenigingen en organisaties, ambtsdrager - ouderling, diaken of predikant -, dagelijks in de Bijbel gelezen en gebeden. En toch blijft er van tijd tot tijd wat knagen. Dat kan een situatie zijn waarin je ertoe wordt gebracht nieuwe wegen in te slaan, of tot verdieping te komen. Je kunt worden geraakt door een beeld in een preek, of door een openhartig gesprek - gelegenheden die zich misschien vaak genoeg voordoen, maar die juist op dat ene moment de stoot geven tot verandering.
Dat is het wederbarende, vernieuwende werk van de Geest; iets dat je eerst niet had gezien, maar waarvan je wel de vruchten mag gaan plukken.
Dat betekent niet dat je moet gaan zitten afwachten of hopen dat jou ook zoiets mag overkomen. Het werk van de Geest gaat niet buiten jezelf om. Vele malen word je er in de Bijbel toe geroepen Gods aangezicht te zoeken. Psalm 105:4 zegt zelfs: 'zoekt zijn aangezicht bestendig'; of moderner: 'houd niet op zijn gelaat te zoeken'.
Bij dat zoeken kun je je wel laten ondersteunen. Een mooi middel daarbij is het boekje Biddend luisteren naar Gods Woord, dat als hoofdtitel heeft Op het spoor van meditatie, geschreven door dr. Jos Douma, vrijgemaakt-gereformeerd predikant in Haarlem *). Meditatie wordt al gauw geassocieerd met oosterse godsdiensten, met zen en yoga. Maar daar ligt niet het monopolie. In christelijke kring wordt het woord wel gebruikt voor Schriftoverdenking, bijvoorbeeld in een bijeenkomst, of in een radioprogramma. Voor Douma betekent het: ,,biddend omgaan met een bijbelwoord, met in je hart het verlangen om te horen wat God tegen jou persoonlijk wil zeggen''.
Het meditatief omgaan met de Bijbel houdt hem al jaren bezig. Hij is er drie jaar geleden zelfs op gepromoveerd (Veni Creator Spiritus. De meditatie en het preekproces). Op het spoor van meditatie is deels een popularisering van dat proefschrift. Maar het is meer. Hem is nadien duidelijk geworden ,,dat ik in mijn nadenken over onze omgang met de Bijbel, veel meer dan ik deed, Jezus Christus centraal moet stellen. Want om Hem gaat het in het christelijk geloof uiteindelijk: om Christus die het Woord is, om Christus die door zijn Geest in ons wil wonen, ... om Christus die ons andere mensen maakt als zijn woorden in ons blijven''.
Voor hemzelf is het ,,een echte ontdekking geweest, een moment van omkeer, een soort Emmaüservaring: mijn ogen werden geopend.''
Douma zegt er wel meteen bij dat hij over zijn eigen praktijk geen succesverhaal kan vertellen. Maar wel een verhaal van verlangens en verwachtingen die niet beschaamd worden. Hij haalt een woord aan van de in de oorlog gefusilleerde Duitse theoloog Bonhoeffer: ,,Wij moeten alleen letten op het Woord en alles overlaten aan de werking daarvan. Kan het soms ook niet zijn, dat God zelf ons de momenten van leegte en dorheid zendt, opdat wij weer alles van Zijn Woord zullen verwachten? 'Zoek het aangezicht van God en geen blijdschap' - dat is de grondregel van elke meditatie. Zoekt u God alleen, dan zult u blijdschap ontvangen - dat is de belofte voor elke meditatie.''
In zijn boekje bespreekt Douma verschillende vormen van omgaan met de Bijbel, hoe het begrip meditatie in de Bijbel zelf voorkomt, hoe eerder in de christelijke traditie is nagedacht over meditatie (Luther, de 'nadere reformatoren' Voetius en à Brakel, Bonhoeffer), om daarna vanuit de Bijbel dieper in te gaan op het spreken van God en mensen, en hoe die zich tot elkaar verhouden. Daarbij wijst hij ook op de voetangels en klemmen: hoogmoed en egoïsme die op de loer liggen. Vervolgens geeft hij allerlei praktische handreikingen, ook voor het gebruik in kleine groepen, want meditatie is niet iets wat je alleen maar in je eentje kunt of hoeft te doen.
Heel mooi, maar bepaald ook confronterend is de preek die in het boekje is opgenomen over 'Bidden zonder ophouden'. Deze tekst uit 1 Tessalonicenzen 5:14-16 roept al gauw de reactie op: 'Hoor eens even, je kunt toch niet de hele dag aan God denken?' Maar Douma laat zien dat als je van de tekst maakt 'regelmatig', of 'op gezette tijden', je je van dat woord te gemakkelijk afmaakt. ,,Het gaat erom dat het christelijke leven helemaal doortrokken moet zijn van de dienst aan God. Er mag geen enkel plekje zijn waar God niets te zoeken heeft, er mag geen moment zijn zonder God.''
Zou het christelijke en kerkelijke leven niet enorm kunnen opbloeien als - met vallen en opstaan - God weer echt centraal komt te staan in het leven van zijn kinderen? In het persoonlijke leven, in het gezin, in de kerk, op ons werk, in de maatschappij. Er is een wereld te winnen. 'Ga heen, maak alle volken tot mijn discipelen ... en leer hen onderhouden alles wat ik u bevolen heb.' Daarbij komt de troostvolle belofte mee: 'En zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de wereld.'