Hoe een gemeente kan gaan groeien
als zij Gods heerlijkheid zoekt
door Jos Douma
1.
De natuur is een weerspiegeling van Gods heerlijkheid.
2.
Gods heerlijkheid is zijn indrukwekkende uitstraling.
3.
We zien de heerlijkheid van God nu in Christus.
4.
De glorie van Christus is de volheid van zijn meest veelkleurige volmaaktheden.
5.
We moeten Gods heerlijkheid in Christus zoeken door Geest en
Woord.
6.
Geestelijke gemeentegroei is vrucht van toegewijde
concentratie op de glorie van Christus.
7.
Concentratie op de glorie van Christus - een handreiking.
De hoorders en lezers
1.
ontdekken hoe groots en geweldig en genadig en goed de glorie van God in Christus is.
2.
geloven dat geestelijke gemeentegroei ontstaat waar we ons
toegewijd en liefdevol concentreren op de glorie van Christus.
3.
nemen zich voor om persoonlijk en gezamenlijk zich uit te
strekken naar het kennen en zien van de glorie van Christus door studie,
meditatie, aanbidding en proclamatie.
1) De natuur
is een weerspiegeling van Gods heerlijkheid.
a) Het gaat
over de heerlijkheid van God, iets groots, iets vreemds wellicht, iets wat we
ook niet echt kennen, en daarom beginnen we bij wat wel bekend is, en wat voor
veel mensen direct tot de verbeelding spreekt: de natuur. Natuurverschijnselen
waar je ongelooflijk van onder de indruk bent: ontzagwekkend, indrukwekkend,
huiveringwekkend soms. Zoals: immense watervallen, een bergmassief met
besneeuwde toppen, een stormende zee als de avond valt, gevaarlijke ravijnen,
een wildpark met de meest uiteenlopende diersoorten, ontoegankelijke
rotspartijen, de prachtigste onderwaterpanorama’s, een donderend onweer met
felle bliksemschichten, de meest mooie wolkenluchten, een vulkaanuitbarsting,
een besneeuwd winterlandschap.
b) Vaak
denken we dat de natuur Gods heerlijkheid ís. Maar dat is niet zo. Het is een
weerspiegeling van Gods heerlijkheid, zoals het licht van een reflector niet
meer is dan een weerspiegeling van het licht dat erop schijnt. Genieten van de
natuur is niet genieten van God, maar genieten van een weerspiegeling van Gods
glorie.
c)
C.S. Lewis heeft iets geschreven over de natuur en de
heerlijkheid van God. ‘De natuur heeft me nooit geleerd dat er een God bestaat,
vol van heerlijkheid en oneindige majesteit. Daar moest ik op een andere manier
achter komen. Maar de natuur gaf het woord heerlijkheid wel betekenis
voor me. Ik weet nog altijd niet waar ik die anders had moeten vinden. Ik zie
niet hoe de ‘vreze’ Gods ooit iets anders voor me had kunnen betekenen dan de
elementairste voorzorgsmaatregelen voor eigen veiligheid, als ik sommige
gevaarlijke ravijnen en ontoegankelijke rotspartijen nooit had gezien.’ (In het Engels: ‘Nature never
taught me that there exists a God of glory and of infinite majesty. I had to
learn that in other ways. But nature gave the word glory a meaning for me. I
still do not know where else I could have found one. I do not see how the
"fear" of God could have ever meant to me anything but the lowest
prudential efforts to be safe, if I had never seen certain ominous ravines and
unapproachable crags.’)
d) De natuur
is weliswaar prachtig in haar schoonheid, maar haalt het niet bij de
heerlijkheid van God zelf. Vergelijk hierbij ook wat er in de Nederlandse
Geloofsbelijdenis staat, in artikel 2: de door God geschapen, onderhouden en geregeerde wereld ‘is
voor onze ogen als een prachtig boek, waarin alle schepselen, groot en klein,
de letters zijn, die ons te aanschouwen geven wat van God niet gezien kan
worden, namelijk zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, zoals de
apostel Paulus zegt in Romeinen 1:20’.
e) Want dat
is nu ook het probleem als het gaat over de heerlijkheid van God. De natuur
kunnen we zien: we gaan naar buiten, we gaan op reis, we gaan een dagje in de
natuur wandelen of desnoods bekijken we een natuurfilm of een fotoboek. Maar
hoe is dat bij God? Kunnen we Gods heerlijkheid zíen zoals we de schoonheid een
bergmassief met besneeuwde toppen kunnen zien? Kunnen we wel onder de indruk
raken van zijn glorie zoals we onder de indruk zijn van de ondergaande zon? En
beseffen we wel dat de natuur weliswaar prachtig en machtig, indrukwekkend en
ontzagwekkend kan zijn, maar toch niet meer is dan een weerspiegeling van Gods
glorie, die veel groter en heerlijker en majestueuzer en indrukwekkender is?
2) Gods
heerlijkheid is zijn indrukwekkende uitstraling.
a) Eigenlijk
moet ik dus spreken over iets onuitsprekelijks. Daarom ben ik ook wel verlegen
om hierover te spreken. Want Gods glorie is onuitsprekelijk. Er zijn geen
woorden voor. Natuurlijk, er zijn wel woorden voor (glorie, heerlijkheid,
kracht, uitstraling, indrukwekkendheid, glans, majesteit). Maar al die woorden
zijn niet meer dan ontoereikende verwijzingen naar een werkelijkheid die
onuitsprekelijk groot en mooi en heilig en ontzagwekkend is.
b) Gelukkig
kunnen in elk geval wel onze verbeeldingskracht te hulp roepen (waar in de
bijbel ook zo vaak een beroep op wordt gedaan) en gebruiken als we in het Oude
Testament lezen over Gods heerlijkheid. Met onze verbeelding - een gave van de
glorierijke Schepper! - kunnen we ons er iets van proberen voor te stellen:
i
We zien voor ons, in onze verbeelding, de wolkkolom en
vuurzuil die voor het volk uitgingen (Exodus 13:21-22). Het zijn tekens van
Gods heerlijke aanwezigheid.
ii
We staan op afstand mee te kijken naar de ontzagwekkende
verschijning van de HERE op de berg Sinaï als Hij de Tien Woorden gaat geven
(Exodus 19:16-21).
iii
We proberen het ons voor te stellen, als Gods heerlijkheid
neerdaalt op de tabernakel, die tent waarin God bij zijn kinderen wil wonen,
zodat de tabernakel ermee vervuld wordt (Exodus 40:34-38).
c)
Ook al zijn woorden niet meer dan ontoereikende verwijzingen
naar een werkelijkheid die onuitsprekelijk veel groter is, toch helpen ze wel.
Ik houd van woorden. God houdt ook van woorden. Zijn openbaring in de bijbel is
één en al woord! Zijn Zoon is zelfs het Woord! Ik heb een aantal woorden bij
elkaar gebracht uit de Nieuwe Bijbelvertaling. Elk van die woorden laat weer
iets anders oplichten van de werkelijkheid die ermee wordt aangeduid. In de
Nieuwe Bijbelvertaling worden voor het hebreeuwse kabood en het griekse doxa
onder andere deze zes vertaalwoorden:
i
Majesteit (Exodus 24:15-18)
ii
Aanwezigheid (Exodus 29:43)
iii
Luister (Deuteronomium 5:24)
iv
Glorie (Psalm 57:12)
v
Grootheid (Johannes 1:14)
vi
Nabijheid (Romeinen 3:23)
d) Ik geef ook
een zevental samenvattende, beschrijvende aanduidingen voor de werkelijkheid
van Gods heerlijkheid. Het zijn uitdrukkingen die je moet proeven, moet wegen,
op je in moet laten werken. Je moet er met je geheiligde verbeelding zelf
‘plaatjes’ bij maken. Daarbij helpt Gods natuur op een geweldig mooie manier
(denk aan de stralende zon, de uitgestrekte zee, de kleuren van een bloemenzee
bij Lisse, een duinlandschap, een bergmassief, een donkere, wolkenloze nacht
als miljoenen sterren zichtbaar zijn).
i
Zijn heilige schoonheid
ii
Zijn transformerende uitstraling
iii
Zijn krachtige aantrekkelijkheid
iv
Zijn ontzagwekkende nabijheid
v
Zijn genadige indrukwekkendheid
vi
Zijn huiveringwekkende aanwezigheid
vii
Zijn adembenemende grootheid
e) Denk er
(samen met iemand anders) eens hardop over na welke uitdrukking je het meeste
aanspreekt, het meeste aan verbeelding wakker roept. Of vind je het nog steeds
lastig om je iets voor te stellen bij ‘de heerlijkheid van God’ en ervaar je
het als nogal abstract? Welk natuurverschijnsel komt er op je netvlies als je
hiermee bezig bent?
f)
Besef opnieuw: de beelden van de natuur zijn slechts een
weerspiegeling van de heerlijkheid van God. Als je bijvoorbeeld bij een
indrukwekkend mooi gebouw staat, dat staat te stralen in de zon, en je gaat je
vergapen aan de schaduw van dat gebouw (ongetwijfeld ook indrukwekkend), dan
vergeet je dus dat het gebouw zelf vele malen mooier is dan de schaduw.
g)
‘Hoe kan een gemeente gaan groeien als zij Gods heerlijkheid
zoekt?’ Over die vraag gaat het. Eerst
moeten we er dan iets van proeven, we moeten gevoeld hebben wat die
heerlijkheid is. Maar willen we dat wel? Want het gaat niet over ons. Wij zijn
niet direct in beeld. We worden er alleen maar steeds kleiner en nietiger van,
naarmate we ons verdiepen in, vergapen aan, verpletterd worden door de
heerlijkheid van God. Als je bij een groots bergmassief staat, of aan de voet
van kletterende watervallen, dan ben jij en zijn andere mensen niet zo
interessant meer. Maar we zijn soms zo verschrikkelijk mateloos met onszelf
bezig. Dan roepen we: ‘ach en wee en wat ben ik zondig’. Of we roepen: ‘gaaf,
ik heb ook gaven’. Of we zingen en we swingen en we loven en we prijzen. Maar
daarin bestaat het gevaar dat we geen oog hebben voor Gods heerlijkheid maar
alleen nog maar voor ons zingen en swingen, ons loven en prijzen. Er zijn
zoveel subtiele manieren om met onszelf bezig te zijn. Ze lijken soms heel
vroom en ze zijn wellicht vaak echt en authentiek. Maar het draait uiteindelijk
toch nog steeds om onszelf, om ons ego, ons weliswaar aanbiddende, prijzende en
zingende ego. Maar toch: ons ego. Het ‘Look at Me’ van God is vervangen door
het ‘Look at me’ van onszelf. ‘Look
who’s praising.’ ‘Look, who’s praying.’ ‘Look, who’s growing spiritually.’
h) Maar
vergeet nooit dit: God verheugt zich mateloos in zijn heerlijkheid. Hij is er
steeds weer op uit om zijn eigen heerlijkheid te verhogen. Ja, Hij heeft er
zelfs voor gezorgd dat als mensen zijn heerlijkheid niet opmerken (‘alle mensen
hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods’, Romeinen 3:23, vertaling
1951), dat de natuur doorgaat, altijd maar doorgaat met het vertellen en
prijzen van zijn eer (Psalm 19:2-3): ‘De hemel verhaalt van Gods majesteit, het
uitspansel roemt het werk van zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die
komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.’
3) We zien de
heerlijkheid van God nu in Christus.
a) We moeten
nu een volgende en heel belangrijke stap zetten. Want we mogen niet blijven
steken in de oudtestamentische openbaring van God in zijn glorie. We mogen ook
niet blijven steken in Gods machtige schepping. Het Nieuwe Testament maakt dit
duidelijk: Gods heerlijkheid is verschenen in Jezus Christus: ‘Jezus, Gods
heerlijkheid verschijnt!’ (Opwekking 534).
b) We zien de
glorie van God in Christus. Buiten Hem om - dat is de boodschap van het
evangelie - zullen we nooit echt iets zien en ervaren van Gods heerlijkheid. De
bijbel zegt: Jezus Christus is Gods heerlijkheid. Een aantal bijbelteksten
maakt dat duidelijk. Ik noem er drie (steeds eerst in de NBV-2004 en dan in de
NBG-1951).
i
2 Korintiërs 4:4: De God die heeft gezegd:
‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen
schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van
het gezicht van Jezus Christus. / Want de God, die gesproken heeft: Licht
schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten
met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus.
ii
Hebreeën 1:3: In hem schittert Gods luister,
hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord / Deze,
de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen
draagt door het woord zijner kracht.
iii
Johannes 1:14: Het Woord is mens geworden en
heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn
grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. / Het Woord is vlees geworden en het heeft
onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid
als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.
c)
Als we ons willen richten op de heerlijkheid van God, als we
Gods heerlijkheid willen zoeken om zo als gemeente te groeien, dan moeten we
dus weten, dat wie zoekt víndt in Christus. We moeten ons dus concentreren op
de glorie van Christus. Want als we die zien, zien we de glorie van God. Gods
gemeente op aarde zal geestelijk groeien naarmate ze de glorie van Christus
kent en ziet en ervaart en ervan geniet.
4) De glorie
van Christus is de volheid van zijn
meest veelkleurige volmaaktheden.
a)
Maar wat is nu die glorie van Christus? Wat is de schoonheid
van een waterval, een onderwaterpanorama, een stormende zee, een
ontoegankelijke rotsformatie? Opnieuw moet ik zeggen: het is onuitsprekelijk,
er zijn geen woorden voor. En toch moet ik woorden gebruiken om de
werkelijkheid van Christus’ glorie aan te duiden.
b)
Ik geef eerst een definitie. De glorie van Christus is de
volheid van zijn voortreffelijke en veelkleurige volmaaktheden waarin wij ons
vol vrees verheugen (zeven maal een ‘v’). Dat is een hele mondvol, een
bescheiden poging om iets van het onuitsprekelijke van zijn glorie onder
woorden te brengen.
c)
Eerst maar even dit: de glorie van Christus is niet iets wat
op afstand kan blijven. Het raakt ons. Daarom gaat het ook over ‘waarin wij ons
vol vrees verheugen’. Christus’ glorie en onze vreugde horen bij elkaar!
Want genieten behoort tot het wezen van christen-zijn, vanwege de glorie van
God in Christus. Stelling: een vreugdeloze gemeente is dus een gemeente waar de
glorie van Christus niet gekend en genoten wordt!
d) Het is wel
een vreugde die gepaard gaat met vrees. En dat is niet zozeer bang-zijn, als
wel: onder de indruk zijn, overrompeld worden, versteld staan van zijn
heiligheid. Als Jezus Christus verschijnt, zie je dat ook steeds gebeuren: dat
mensen angstig op de grond vallen (Petrus, Johannes en Jacobus bij de
verheerlijking op de berg, Matteüs 17; Johannes als Jezus aan hem verschijnt
aan het begin van Openbaring).
e) Deze
verpletterende vreugde wordt opgeroepen, niet door wat in ons is, maar wat
buiten ons is: de glorie van Christus. (Hoewel we ook zeker moeten doordenken
wat het betekent dat Jezus zegt: ‘Ik heb hen laten delen in de grootheid die u
mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij’, Johannes 17:22). Die glorie is
de volheid van zijn voortreffelijke en veelkleurige volmaaktheden. Ja,
de woorden buitelen over elkaar heen, willen elkaar versterken, zijn zich
bewust van hun ontoereikendheid. Deze glorie komt in beeld, we gaan er iets van
proeven als we letten op: Jezus’ namen, Jezus’ karaktertrekken,
Jezus’ daden en Jezus’ woorden. Want daarin komt zijn
volmaaktheid en komen zijn volmaaktheden uit
f)
Ik leg er nu alleen de nadruk op dat in Jezus Christus de
meest uiteenlopende, veelkleurige volmaaktheid in een onnavolgbare volheid bij elkaar
komen. En dat is wat nu zijn glorie uitmaakt, een glorie die je nergens anders
en bij niemand anders zult ontdekken. In Jezus gaan de meest uiteenlopende
volmaaktheden een unieke verbinding aan.
i
Kruis en opstanding: we moeten niet denken dat als het
steeds gaat over de glorie van Christus, dat het kruis dan buiten beeld raakt.
Juist dat Jezus de Gekruisigde en Opgestane tegelijk is, is zijn glorie, zijn
buitengewone volmaaktheid. Alleen maar kruis, dat is geen glorie. Alleen maar
opstanding, dat is geen glorie. Dat Hij de Gekruisigde Opgestane is, de Heer
met gaten in zijn handen die opvaart naar de hemel, dát is zijn glorie. Zo ook:
genade én kracht. Genadige kracht en krachtige genade.
ii
Lam en Leeuw: in dit beeld komt het allemaal bij elkaar. Een
bijbelwoord dat erg helpt om te concentreren op de glorie van Jezus, is
Openbaring 5. Speciaal deze woorden uit de verzen 5 en 6: ‘Zie, de Leeuw uit de
stam van Juda! En Ik zag een Lam.’ We zien Jezus hier als een leeuw. Een leeuw
is bewonderenswaardig vanwege zijn kracht en koninklijkheid. Maar deze leeuw in
de hemel is tegelijk een lam. Een lam is bewonderenswaardig vanwege zijn
zachtmoedigheid en liefelijkheid. Jezus Christus is Leeuw en Lam tegelijk! Mooi
hè! Hebt u de Narniafilm gezien? Zag u de leeuw?
iii
Liefde en waarheid: Hij is liefdevol, eindeloos liefdevol,
maar toch gaat dat nooit ten koste van de waarheid. Want Jezus is ook helder en
confronterend. De waarheid kan ook pijn doen.
iv
Zachtmoedigheid en rechtvaardigheid: Hij is zo zacht, zo
warm, zo barmhartig, maar altijd tegelijkertijd eerlijk. Hij liegt niet, Hij
laat het onrecht niet op zijn beloop.
g) Lieve
mensen, dit is eindeloos, dit is adembenemend, dit is indrukwekkend, dit is
hemelbestormend. De glorie van Christus, die is zó groot en zó nabij, zó liefdevol
en zó waar, zó kwetsbaar en zó krachtig! Ik voel me er ook onhandig bij, zo
volkomen tekortschietend. Het is alsof je een uur lang praat over de
indrukwekkende schoonheid van de Niagara-watervallen, terwijl alleen een bezoek
aan die watervallen het mogelijk maakt om die schone indrukwekkendheid ervan te
ondergaan.
5) We moeten
Gods heerlijkheid in Christus zoeken door Geest en Woord.
a) Maar nadat
we een beetje geproefd hebben wat die glorie van Christus is, komt de volgende
vraag alweer: hoe kunnen we leren om die glorie te zien? Hoe leren we die
kennen? Wat moet ik doen om Christus’ glorie te aanschouwen? Ik wil daar nu in
alle kortheid een eenduidig antwoord op geven, en dat straks aan het einde van
mijn verhaal nog iets verder uitwerken.
b) De glorie
van Christus leren we kennen en zien en ervaren en ondergaan door Geest en
Woord. Als we het werk van de Geest links laten liggen, als we de Geest
uitdoven, als we weigeren om ons te laten vervullen met de Geest, dan zullen we
de glorie van Christus niet zien en leren kennen. En hoe gaat de Geest daarbij
dan te werk? Hij gebruikt het Woord dat Hij zelf heeft ge-ademd, het Woord dat
Hij gegeven heeft en steeds opnieuw geeft, het Woord dat Hij liefdevol geboren
deed worden en even liefdevol koestert en bewaart. Dat Woord vinden we in de
heilige Schriften. Zonder die Geest blijven de Schriften een dode letter, een
verzameling waarheden of regels, een historisch verslag van hoe het eens was.
Maar met de Geest verbonden wordt dat evangelie een kracht, een onweerstaanbare
kracht, vol dynamiek, vol liefde, vol glorie, een levensveranderende boodschap.
De levende Geest maakt het Woord levend. Zonder Hem blijft er een sluier over.
Met Hem hoeft er niet meer te gebeuren dan dit: dat het tot klinken wordt
gebracht om te resoneren in harten die door Hem ontvankelijk zijn gemaakt. Want
‘het evangelie is Gods reddende kracht voor allen die geloven’ (Romeinen 1:16).
c)
Ik lees daarom nu voor, om er samen met jullie allemaal naar
te luisteren, in de kracht van de Geest: Jesaja 53:1-5 en Openbaring 1:12-18,
om in die twee bijbelgedeelten iets te proeven van die meest uiteenlopende,
voor ons gevoel zelfs onverzoenbare volmaaktheden van Jezus.
6) Geestelijke
gemeentegroei is vrucht van toegewijde concentratie op de glorie van Christus.
a) Het thema
van dit verhaal is: hoe een gemeente kan gaan groeien als zij Gods heerlijkheid
zoekt. Het ging tot nu toe vooral over die heerlijkheid van God, de glorie van
Christus als de Opgestane Gekruisigde.
b) Maar wat
bedoelen we eigenlijk als we het hebben over een gemeente die groeit? Wat wil
ik als predikant eigenlijk? Ik ben voorganger van de Fonteinkerk in Haarlem.
Het is een gemeente van ongeveer 300 leden. Betekent gemeentegroei voor mij dat
we over een paar jaar bijvoorbeeld 500 leden hebben? Dat zou ik zeker wel
willen, maar daar richt ik me in mijn bediening niet op. Ik richt me op
geestelijke gemeentegroei, groei in de diepte, groeien in het kennen van God in
Christus, geïnspireerd door de heilige Geest. En ik richt me daarop in de hoop
en de verwachting dat dat ook groei in getal zal gaan betekenen. Maar wanneer
en met hoeveel, dat weet ik niet, en eigenlijk interesseert dat me ook niet. Ik
sta open voor de mogelijkheid dat de gemeente helemaal niet groeit maar zelfs
afneemt in getal, omdat ‘genieten van de glorie van Christus’ niet iets is waar
iedereen op zit te wachten, omdat we dan echt heel erg van onszelf af moeten
kijken.
c)
In dit verband vind ik het ook belangrijk dat we als
plaatselijke kerken ons niet laten leiden door de laatste trends in gemeenteopbouw
of door thema’s die op dit moment heel veel aandacht naar zich toe trekken
(zoals de gaven van de Geest). Er is vooral heel veel denkkracht en
gebedskracht en Geestkracht nodig die zich richt op het kennen en bekend maken
van de glorie van Jezus Christus. Daarbij is het zeker nodig en vruchtbaar om
als plaatselijke kerken beleidsplannen te maken en visies te formuleren, als
dat maar gedragen wordt door en gepaard gaat met een geestelijke en verdiepende
vernieuwing die gecentreerd is op Jezus Christus in zijn volheid.
d) Eén
bijbeltekst lijkt me in dit alles van cruciaal belang. Het is 2 Korintiërs
3:18. En dat is eigenlijk ook het enige wat ik wil zeggen over het proces van
(geestelijke) gemeentegroei. We moeten heel eenvoudig leren geloven wat Gods
Woord hier zegt: ‘Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer
aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van
dat beeld worden veranderd.’
e) Als ik dat
heel kort in eigen woorden samenvat, dan doe ik dat zo: ‘Hoe meer we kijken
naar Jezus, des te meer zullen we lijken op Jezus.’ Dat is ook de boodschap van
mijn boek ‘Jezus uitstralen. Worden als Hij’. ‘Als we meer gaan kijken naar
Jezus, zullen we meer gaan lijken op Jezus.’
f)
De volgende opmerkingen wil ik in alle kortheid bij dit
bijbelwoord maken:
i
Het gaat om een onbedekt gezicht. Dat is niet
vanzelfsprekend. Er kan maar zo een sluier voor onze ogen zitten waardoor we
niet goed kunnen kijken. Die sluier wordt alleen weggenomen als we ons bekeren
tot Christus (2 Korintiërs 3:14-16).
ii
De ‘luister van de Heer’ is de glorie van Christus. We
worden opgeroepen om daarnaar te kijken met de ogen van ons hart. Deze glorie
van Christus is groter dan de heerlijkheid van God die Mozes heeft gezien: ‘De
luister van toen is niets in vergelijking met de overweldigende luister van nu’
(2 Korintiërs 3:10).
iii
Al kijkend en aanschouwend zullen we in een
veranderingsproces terecht komen. Het gaat niet van het ene op het andere
moment, maar van ‘meer en meer’. Het kost tijd, God neemt er de tijd voor en
wij mogen geduldig zijn.
iv
De verandering die ontstaat is het werk, niet van onszelf,
maar van de Geest van de Heer. Het is de Geest van Jezus Christus zelf die
krachtig en liefdevol aan het werk gaat als we onze ogen richten op Jezus.
v
Het ‘eind-beeld’ is duidelijk: Jezus Christus. We gaan op
Hem lijken! Niet van de ene op de andere dag. Op deze aarde ook nog niet
volmaakt omdat er zoveel zondige tegenkrachten werkzaam zijn. Maar hoe dan ook:
de glorie van Jezus (zijn liefde, zijn genade, zijn zachtmoedigheid, zijn
bewogenheid) zal zichtbaar worden in de levens van Gods kinderen.
g) En hier
loopt het allemaal op uit: ‘Vader, u hebt hen aan mij geschonken, laat hen dan
zijn waar ik ben. Dan zullen zij de grootheid zien die u mij gegeven hebt omdat
u mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd’ (Johannes 17:24). Daarheen
zijn we op weg. Dat is het doel. Hierom gaat het in de hemel: dat we de glorie
van Gods Zoon zien. Deze werkelijkheid mag nu al haar licht vooruitwerpen op
ons leven hier en nu op aarde.
7) Concentratie
op de glorie van Christus - een handreiking.
a) Hoe doe je
dat nu? Hoe gaat jouw gemeente groeien? Misschien ga je straks hier weg, zeer
geïnspireerd, maar zie je ertegenop om morgen je plek in te nemen in je eigen gemeente:
‘Waarom gaat hier alles zo moeilijk? Waarom zit alles hier zo vast, zo
potdicht?’ Die gedachten zullen niet tot een zegen voor de gemeente zijn.
b) Ik wil
graag een wijsheid meegeven van Mahatma Gandhi: ‘Wees zelf de verandering die
je in de wereld wilt zien.’ Oftewel: ‘Wees zelf de verandering die je in je
gemeente wilt zien.’
c)
Als ik dat heel kort onder woorden mag brengen met een
bekende, klassieke formulering die we kennen uit het Avondmaalsformulier, dan
zeg ik het zo: de harten omhoog - op Jezus Christus zien! Dat is alles.
Dat leren we juist aan het Avondmaal.
d) Hoe doe je
dat. Vier manieren.
i
Studie. Verdiep je in de bijbel. Doe een
studie rond het woord heerlijkheid/glorie in de bijbel. Lees artikelen, preken,
boeken over de glorie van God en de luister van Christus. We hebben persoonlijk
en als gemeente ook weer verdieping nodig, het lef om aan grondige bijbelstudie
te doen en om de tanden van ons hart te zetten in belangrijke bijbelse en
theologische thema’s.
ii
Meditatie. Laat je studie gepaard gaan met
meditatie: op een persoonlijke manier, lang en liefdevol luisteren naar woorden
van God die in de Schrift naar je toekomen. Hierbij geldt: niet het vele is
goed, maar het goede is veel. Lees overdenkingen en andere meditaties over
Jezus, over wie Hij is, over zijn woorden, zijn namen, zijn daden, zijn
karaktertrekken. Durf in de stilte te zijn, er tijd voor uit te trekken. Doe
het biddend en wees je bewust van de krachtige werking van de heilige Geest.
iii
Aanbidding. Laat heel je leven een vorm van
aanbidding zijn. Want aanbidding is allereerst een levensstijl. Niet alleen
hier zingend, maar ook straks in de auto of de trein, en morgen in de kerk, en
maandag op ons werk, zijn we geroepen om te aanbidden. Het gaat om een hart vol
aanbidding dat gevoed wordt door kennis van God. Maar zoek inderdaad ook maar
plaatsen waar je samen met andere Jezus-minnaars kunt zingen tot zijn eer. Heel
veel Opwekkingsliederen brengen prachtig onder woorden hoe mooi het is om te
genieten van de glorie van Jezus.
iv
Proclamatie. Proclamatie is het hardop
uitspreken van bijbelteksten in het geloof dat je zo de realiteit zult
ondergaan van datgene wat er wordt uitgesproken als Woord van God. Ik heb zeven
teksten uitgekozen die als proclamatie-woorden kunnen dienen (je vindt ze hieronder).
Leer ze uit je hoofd. Laat ze landen in je hart. Spreek ze uit, vol liefdevolle
overgave, in de verwachting dat de Geest ze levend voor je maakt en dat ze
leiden tot verandering in je eigen leven.
e) Ik geloof
dat er géén andere weg tot vernieuwing van de christelijke gemeente is dan een
concentratie op de glorie van Christus vanuit de genadige gemeenschap die de
Geest ons met Hem geeft! Zo wordt God de Vader geëerd!
f)
Ik geloof dat de Geest van Jezus al bezig is om heel veel
harten en ogen te openen. Ik geloof dat Jezus Christus zelf, Lam en Leeuw
tegelijk, bezig is om harde harten zacht te maken, blinde ogen maakt Hij
ziende, gevangenen is Hij aan het bevrijden.
De Glorie van Christus
Zeven teksten om dagelijks te
proclameren in het gebed dat de Geest onze ogen en onze harten steeds meer
opent voor de glorie van Christus.
Johannes 1:14
Het Woord is mens geworden en
heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn
grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
Johannes 17:24
Vader, u hebt hen aan mij
geschonken, laat hen dan zijn waar ik ben. Dan zullen zij de grootheid zien die
u mij gegeven hebt omdat u mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd.
2 Korintiërs 3:18
Wij allen die met onbedekt gezicht
de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de
Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.
2 Korintiërs 4:6
De God die heeft gezegd: ‘Uit de
duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om
ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht
van Jezus Christus.
Hebreeën 1:3
In hem schittert Gods luister, hij
is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord; hij heeft,
na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de
rechterzijde van Gods hemelse majesteit.
Hebreeën 12:2
Laten we daarbij de blik gericht
houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan
de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken
door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de
rechterzijde van de troon van God.
Openbaring 5:13
Aan hem die op de troon zit en aan
het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid. Amen.