Filippenzen 3:12
'...omdat ík ook door Christus Jezus gegrepen ben'.
Kent u dat? Dat je door iets gegrepen bent? Er helemaal van in de ban bent? Paulus kende het. Hij was gegrepen door Christus. Misschien moet je het wel zo zeggen: hij was in zijn kraag gegrepen door Christus, in dat ene, kostbare en ultieme moment op weg naar Damascus. Er was een licht. Er was een stem. Er was Christus. 'Ik ben Jezus!'
In de kraag gegrepen. En Jezus heeft hem nooit meer losgelaten. Paulus schreeuwt het uit: 'Ik ben gegrepen door Christus!' In onze beleving kan daar ook wel eens iets beknellends in zitten. Alsof Christus je in de houdgreep genomen heeft: je kunt geen kant meer op. Maar de werkelijkheid is radicaal anders: als je gegrepen bent door Christus, ben je pas echt vrij!
Dat schrijf ik nog een keer op: als je gegrepen bent door Christus, ben je pas echt vrij! Want in een leven zonder Christus (en ook in een leven waar Christus niet werkelijk in het centrum staat) zijn er zo vreselijk veel andere dingen die je in de houdgreep nemen: je behoefte aan succes, je eigen populariteit, je drang om alles te beheersen, je bezit of wat dan ook maar.
Maar als Christus je grijpt, kun je dat allemaal loslaten. Het hoeft niet meer. Het is niet meer zo belangrijk. Alleen Jezus is nog belangrijk. En je gaat ontdekken dat dit Woord van de Heer echt waar is: 'Zoek eerst het Koninkrijk van God, en al het andere zal je bovendien geschonken worden' (Matteüs 6:33).
Paulus is gegrepen door Christus. En wat wil Paulus nu? Hij wil Christus grijpen. Let op de volgorde: eerst gegrepen zijn door Christus, dan Christus grijpen. Want daar gaat het om. Dat is het doel van zijn leven. En met een ongekende zin voor realiteit vertrouwt Paulus ons toe: 'Ik heb het nog niet gegrepen.'
Nee. Paulus ziet in zijn leven nog erg veel dat niet gelijkvormig is aan Christus. Dat is namelijk 'het': dat je steeds meer gelijkvormig wordt aan Christus Jezus, dat Hij in alle opzichten je leven beheerst, dat Hij de Heer is van je gedachten en van je gevoelens en van al je doen en laten.
Dat gebeurt dus niet in één keer. Bij Damascus bijvoorbeeld. Gelijkvormig worden aan Christus is een groeiproces. Paulus wil groeien naar Christus toe. En hij ervaart het door de genade van God ook vaak: 'Oei, ik groei!' Dat heeft pijnlijke kanten, want wie Christus volgt leert ook de gemeenschap met zijn lijden kennen. Maar midden in dat kruisdragen ervaar je dan ook zijn Opstandingskracht. Hier op aarde in de mate waarin je er open voor staat. Straks in de hemel in volmaaktheid.
Bent u gegrepen door Christus? In welke mate staat u open voor zijn Opstandingskracht in uw leven? Gelooft u dit woord van Paulus ook: 'Ik vermag alle dingen in Hem die mij kracht geeft' (Filippenzen 4:13)?
'Jezus Christus, leer me, in de ban van uw aanwezigheid in mijn leven, om me uit te strekken naar de genade die op me ligt te wachten: aan U gelijkvormig worden. Geef me verlangen en verwachting. Samen met mijn broeders en zusters. U bent zo krachtig! Amen.'