Binnen een jaar na het handboek Spiritualiteit van Kees Waaijman is er opnieuw een kloek boek over dat onderwerp verschenen. Het heet 'Werken met spiritualiteit'. Het is deze keer geen zwaar wetenschappelijke studie, maar een sterk op de praktijk gericht handboek. Er werkten een kleine veertig protestantse en rooms-katholieke auteurs aan mee.
Er is vraag naar zo'n handboek. Want steeds meer breekt het inzicht door dat we in de kerk terug moeten naar de kern. Allerlei activiteiten die ontplooid worden in het kader van gemeenteopbouw en van de reorganisatie van het werk in de kerk zijn prachtig. Maar als dat niet gevoed wordt vanuit de bron van de spiritualiteit, dan zijn het allemaal maar marginale verbouwingen.
Nu roept tegen die achtergrond de titel van dit nieuwe handboek wel direct vragen op. Klinkt de titel niet veel te doenerig? Heeft spiritualiteit juist niet veel meer met rusten te maken? Op de studiedag die op 6 oktober aan het boek werd gewijd, haastte Kick Bras, een van de redacteuren van het boek, zich dan ook om te zeggen dat spiritualiteit altijd begint aan de Andere kant. Spiritualiteit betekent ontvankelijk zijn voor wat God wil doen in jouw leven. Spiritualiteit heeft alles te maken met de 'Spirit' (Geest) die in jouw leven werkzaam is.
In al het spreken over spiritualiteit lijkt me dat inderdaad heel belangrijk. Het gaat niet om iets maakbaars. Het gaat om iets wat je gegeven wordt. Spiritualiteit is God zoeken omdat Hij je al gevonden heeft. Die grondtoon moet steeds hoorbaar blijven. Ook als vervolgens de gelovige nadrukkelijk in beeld komt als iemand die wil groeien in zijn omgang met de Heer.
In die groei als gave van Gods Geest heeft ook onze activiteit een eigen plek. Er bestaan vormen die je helpen om de spirituele weg te gaan. Voor die vormen wordt in het nieuwe handboek dan ook veel plaats ingeruimd. Want, zegt het woord vooraf: 'velen willen werken rond thema's van spiritualiteit, maar weten niet hoe'. Daarom doet het handboek in het vierde deel een ruime en veelkleurige handreiking.Het is overigens wel een handreiking die bij veel gereformeerde christenen vragen zal oproepen: bibliodrama, spiritualiteit en dans, meditatief schilderen, het schrijven van een spirituele biografie, mystieke teksten lezen - dat zijn nu niet direct de eerste vormen waaraan je dan denkt. Het handboek legt zich dan ook duidelijk toe op het aanreiken van 'vernieuwende' werkvormen. Ik vind dat jammer. Helemaal omdat een hoofdstuk over de zo fundamentele geestelijke oefening van het gebed ontbreekt. Ook een hoofdstuk over bijvoorbeeld bijbelstudie had niet misstaan, naast andere spirituele werkvormen waarin het Woord van God centraal staat ('Mediteren' en 'De Schrift als spiegel van ons leven').
Overigens is het boek niet allereerst voor de individuele gelovige bedoeld. De doelgroep wordt gevormd door hen die zich in de kerk geroepen weten om anderen bij het gaan van hun spirituele weg te begeleiden: predikanten, pastores en andere kerkelijke werkers dus. Zij kunnen met dit boek dan ook zeker hun winst doen, ook al deel je de uitgangspunten van alle auteurs niet altijd.Het tweede deel van het boek gaat ook speciaal in op het thema van pastores en hun spiritualiteit. In een tijd waarin veel predikanten dreigen vast te lopen in hun werk kon dat wel eens een erg belangrijk aandachtsveld zijn. Met name het artikel van de (synodaal) gereformeerde ds. Gideon van Dam, werkzaam als werkbegeleider van predikanten in de SoW-kerken, biedt hier heel goede handvatten. Hij schrijft over geestelijke begeleiding en signaleert dat daaraan steeds meer behoefte is.Predikanten en andere kerkelijke werkers vinden in hun overvolle agenda's maar nauwelijks ruimte om zelf nog terug te gaan naar de Bron van hun werk: Gods vertrouwelijke omgang. Het is daarom belangrijk dat zij daarbij geholpen worden door iemand die als geestelijk begeleider wil optreden. Predikanten zouden ook elkaars geestelijke begeleiders kunnen worden: samen richten ze zich met volle aandacht op wat God aan het doen is in hun levens en welke weg Hij wijst. Ik geloof dat het voor veel predikanten werkelijk een verademing zou zijn op deze manier stil te staan bij de eigen geestelijke weg.Natuurlijk, ook functioneringsgesprekken zijn van belang, of een cursusje time-management of preekpresentatie. Maar dat blijven marginale verbouwingen in het beroep van de predikant, als niet tegelijk uitdrukkelijk de weg terug naar de Bron wordt gegaan. Dit handboek kan daarbij goede hulp bieden.
Dit geldt ook voor de achttien bijdragen die zijn gewijd aan grote gestalten uit de geschiedenis van de christelijke spiritualiteit. Daar trekken onder andere aan ons oog (en hart) voorbij: Augustinus, Bernardus van Clairvaux, Franciscus van Assissi, Luther, Calvijn, Teresa van Avila en Thomas Merton. Inspirerende schetsen over geïnspireerde mensen in Gods Koninkrijk.Al met al is het een boeiend boek geworden. Ik zal het niet omarmen, omdat er ook vormen van spiritualiteit naar voren komen waar ik me als gereformeerd christen niet bij thuis voel. Maar ondanks dat blijft het een inspirerend boek, dat helpen kan bij het zoeken naar Gods weg in mijn leven.
N.a.v: Werken met spiritualiteit. Kitty Bouwman en Kick Bras (red.), Ten Have 2001. ISBN 90 259 5245 3.