De teamleider als geestelijk begeleider

Een verhaal voor E&R-kaderleden

Jos Douma

 

Wat is persoonlijk geloof? Dat is de vraag waarmee ik mijn verhaal wil beginnen. Want het is belangrijk om eerst te zoeken naar een antwoord op die vraag (Wat ís persoonlijk geloof?) omdat pas dán de eigenlijke vraag van deze middag goed aan de orde kan komen: wat is de betekenis van je persoonlijk geloof in verband met je teamleider-zijn.

- A -

Maar nu eerst die vraag: Wat is persoonlijk geloof? Eigenlijk vind ik dat een beetje een statische vraag: alsof je een geloof hebt, alsof geloof een hebbe-ding is. Liever zou ik dan ook praten over persoonlijk gelóven: geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord dat beweging, dynamiek uitdrukt. Want niets is beweeglijker dan geloven. Het gaat vaak bergop bergaf, door dalen van diepe duisternis en over toppen van onbekommerde Godservaring. Geloven is een gebeúren, een ontmoetingsgebeuren tussen God en ons. Persóónlijk geloven is een gebeuren tussen God en mij. Iets heel intiems. Iets heel innigs. Niet dat dat intiem en innig blijft: persoonlijk geloven heeft altijd een uitwerking naar buiten toe. Het is aan je te zien. Het is aan je te horen dat je in een persoonlijke relatie met God leeft.

Persoonlijk geloven, daar gaat het nu over. Eigenlijk zou ik in dit verband nu nog weer een ander, een wat moderner woord willen gebruiken. Een woord dat ook onder ons in opmars is: spiritualiteit. Dat woord gebruik ik in het kader van mijn studie veelvuldig, en ik zou wat van mezelf vervreemden als ik het hier dan niet deed. Spiri- tualiteit dus. Wat is spiritualiteit? Het woord komt van Spiritus: Geest, en daarbij kunnen we in verband met ons christelijk geloof gerust aan de Heilige Geest denken: van Hem komt het geloof. Het woord spiritualiteit geeft dus aan dat het gaat om geloven dat door de Geest gewerkt wordt. Geloven komt van Boven. Tegelijk ben je daar, hier beneden, zelf echt bij betrokken: de Geest (met een hoofdletter) werkt in op onze geest (met een kleine letter). Het woord spiritualiteit geeft dus heel goed aan waar geloven vandaan komt (van de Heilige Geest) en dat het tegelijk het geloof van jou heel persoonlijk is. Spiritualiteit: Gods Geest raakt onze geest.

In de Heilige Schrift komt het woord spiritualiteit uiteraard niet voor. Een echt bijbels woord uit het Oude Testament is: vreze des HEREN. Dat is een term die in eerste instantie wat negatieve associaties op kan roepen: is vreze des HEREN als aan- duiding voor geloven dan niet zoiets als bang-zijn voor een hoge, een verre en verheven God? Dat is in elk geval niet de bedoeling van die uitdrukking. Vreze des HEREN betekent: bang zijn dat je God kwijtraakt; bang zijn om zonder God te moeten leven; bang zijn om de heiligheid van God te besmeuren. Een andere echt bijbelse uitdrukking is godsvrucht, en het betekent eigenlijk precies hetzelfde. Het woord godsvrucht komt namelijk van het Duitse 'Gottesfurcht': Gods-vrees, vreze des HEREN. In het woord spiritualiteit klinken voor mij deze bijbelse woorden volop mee: spiritualiteit, dat is vreze des HEREN, godsvrucht.

- B -

Het kan nu duidelijk zijn wat het woord spiritualiteit betekent. Maar waar gaat het nu inhoudelijk om in spiritualiteit? Dat zou ik met drie aanduidingen onder woorden willen brengen. Spiritualiteit is: God zoeken, Jezus navolgen en vervuld worden met de Geest. Over elk van die drie aanduidingen wil ik nu iets zeggen.

1. Spiritualiteit is: vervuld worden met de Geest In Efeze 5 vers 18 schrijft Paulus: 'Wordt vervuld met de Geest'. De Heilige Geest heeft alles te maken met spiritualiteit. Zonder Hem is spiritualiteit niet denkbaar. Spiritueel leven is leven uit de Geest. En blijkbaar kun je die Geest buiten de deur houden. Je kunt je voor Hem afsluiten. Je kunt leeg zijn en blijven. Maar dat kan niet, dat kan de bedoeling niet zijn: 'Wordt vol van de Geest.' Dat betekent dat de Geest van God je leven bezielt. Dat je leeft van Gods Adem. En dat is niet alleen maar iets van je innerlijk leven, alsof je de Geest op kunt sluiten in je hart, in je binnenkamer. De Geest breekt naar buiten toe. Dat is de vrucht van de Geest waarover Paulus het in Galaten 5 vers 22 heeft: 'de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.' Dat heeft dus allemaal met spiritualiteit te maken. Spiritualiteit is vol zijn van de Geest. Zo vol, dat je overstroomt. En je ziet meteen dat jouw spiritualiteit ook alles te maken heeft met evangeliseren. Want evangeliseren, dat gaat niet zonder liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zacht- moedigheid, zelfbeheersing.

2. Spiritualiteit is: Jezus navolgen In Matteüs 16 vers 24 zegt Jezus: 'Indien achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij'. Dat zegt Jezus in de evangeliën vaak tegen mensen: 'Volg mij'. En ten diepste is dat een oproep tot verandering. Een oproep tot een veranderd leven. Een leven waarin Jezus ons is voorgegaan. Want Jezus is niet alleen de Zoon van God, die op aarde kwam om voor onze zonden te sterven, maar ook een mens zoals wij, die op aarde kwam om ons te inspireren tot een nieuw mens- zijn. Aan Jezus kun je zien hoe het leven, hoe het mens-zijn bedoeld is. Mens-zijn is in voortdurend contact met de Vader leven (Jezus trok zich regelmatig terug om in de eenzaamheid te bidden). Mens-zijn is er-zijn voor anderen (Jezus was bewogen met de scharen die zonder herder waren, met de armen en de verdrukten, met de onderkant van de samenleving). Mens-zijn is: mee-lijden, gemeenschap zoeken, leven van verwachting en in verwondering. Mens-zijn is Jezus navolgen.

3. Spiritualiteit is: God zoeken In Psalm 63:2 roept David uit: 'O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik; mijn ziel dorst naar U'. Geloven is zoeken: zoeken naar God omdat Hij jou gevonden heeft. Want David spreekt God aan, en noemt Hem míjn God, en toch zóekt Hij God, zijn ziel verlangt naar Hem. Blijkbaar is zoeken naar God een blijvende trek van christelijke spiritualiteit: als je denkt dat je God gevonden hebt, in die zin dat je Hem in een systeem hebt ondergebracht, Hem als het ware in je zak kunt steken, dan loopt spiri- tualiteit dood. God is altijd oneindig meer dan we kunnen denken: het zoeken houdt nooit op. De zoekhouding is de meest adequate houding van een gelovige. Gelovigen weten alles niet zo vreselijk zeker. Gelovigen zijn zoekers. Ze zoeken naar God, naar sporen die Hij achterlaat in hun leven. Maar het is niet onzekerheid troef. Want het gaat hier om het zoeken waaraan Jezus toevoegt: en je zúlt vinden.

- C -

Wórd vervuld met de Geest, vólg Jezus na, zoék God: drie maal een opdracht. Spiritualiteit komt je blijkbaar niet aanwaaien. Je zou haast zeggen: je moet er wel wat voor doen. Maar zo is het niet: God komt niet pas naar je toe, als jij plaats voor Hem maakt. God kan ook komen waar geen plaats is. Muren die wij optrekken, kan Hij afbreken. Deuren die wij dichtsmijten, kan Hij opendoen. Maar tegelijk moeten we zeggen, want zo zeggen de Schriften het ons voor, dat er wel wegen zijn waarlangs we God mogen verwachten te ontmoeten. En die wegen moeten we gaan, omdat God aan het einde van die weg op ons wacht.

Die wegen zijn wat we wel noemen: de geestelijke oefeningen. Dat zijn momenten waarop we onze spiritualiteit inoefenen, momenten waarop we ons eigen maken en opnieuw bewust maken wat het betekent om met God te leven. Want je raakt zo snel kwijt dat je voor Gods aangezicht leeft, en daarom is het van levens- belang om te oefenen in leven met God. In dat verband zou ik nu aandacht willen vragen voor drie vormen van spirituele oefening: bijbelluisteren, biddend leven en stil- zijn voor God. Over elk van die drie maak ik een paar opmerkingen.

1. Geestelijke oefening: bijbel-luisteren Als we het hebben over omgaan met de bijbel, worden onder ons meestal de woorden 'bijbel-studie' of 'bijbel-lezen' gebruikt. Beide woorden hebben echter nadelen. Het woord 'bijbel-studie' kan de bijbel heel gemakkelijk tot een object maken, waarover je kennis verzamelt. Je gaat ermee om zoals met de studieboeken voor een opleiding. Het woord 'bijbel-lezen' kan heel gemakkelijk de indruk wekken dat je klaar bent wanneer je de zwarte letters op de witte ondergrond gezien en gespeld hebt, dat je klaar bent wanneer je 'een stukje' hebt gelezen. Ik zou liever willen spreken van 'bijbel-luisteren'. We geloven dat God in de bijbel tot ons spréékt. En dat betekent dat de Schrift pas tot leven komt wanneer we iets gehóórd hebben. Daarom moet lezen tot luisteren worden, en ook tot kijken en proeven. De bijbel legt getuigenis af van een hoorbaar en een zichtbaar gebeuren. Bijbel-lezen moet daarom worden tot bijbel-luisteren en bijbel-kijken en bijbel-proeven. Het komt pas tot een ontmoeting met God, en díe wil de bijbel bemiddelen, het komt pas tot een ontmoeting met God als je God hóórt spreken, als je Hem zíet handelen. Het is erg belangrijk om regelmatig tijd uit te trekken om voor jezelf te oefenen in dit bijbel-luisteren: net zo lang lezen en mediteren tot je in je eigen leven Gods Stem hoort klinken.

2. Geestelijke oefening: biddend leven Bidden is een manier van leven. Daarbij kom je uit als je Paulus' woorden 'Bidt zonder ophouden' serieus neemt. Bidden is dan niet alleréérst het op vaste tijden uitspreken van een gebed. Die gebeden kunnen gemakkelijk tot losse eilandjes worden, die niet gedragen worden door een continue zijn-bij-God. Biddend leven betekent dat je je er voortdurend van bewust bent dat je in Gods nabijheid leeft, dat God bij je is. Want dat staat vast: God is bij je, maar jij bent niet altijd bij God. En daarin oefen je je door biddend te leven. Déze manier van leven krijgt dan ook gestalte in het op vaste tijden uitspreken van gebeden.

3. Geestelijke oefening: stil-zijn voor God Als de woorden bijbel en gebed gevallen zijn, lijken vaak de geestelijke oefeningen uitgeput te zijn: meer weten we vaak niet te noemen. Toch zou ik nog een spirituele oefening willen noemen: stil-zijn voor God. Daarmee bedoel ik eenvoudigweg dat je even vijf minuten stil bent, ophoudt met bezig zijn, ophoudt met praten, ophoudt met doordraven. Dat is erg moeilijk als je een actieve jongen of een actieve meid bent: stil- zijn. Maar ik denk dat het wel heel belangrijk kan zijn. Want je drukt ermee uit dat deze wereld niet door-draait dankzij jouw inspanningen: Gód heeft deze wereld in zijn hand. En je drukt ermee uit dat je niet zonder God kunt: Hij leidt je leven. In deze stilte, waarin je tot rust komt van je werken, gaat het erom dat je erbij stil-staat of stil- zit dat God er is en dat je voor zijn Aangezicht leeft. Dit stil-zijn voor God is niets meer en niets minder dan persoonlijke vormgeving van het vierde gebod: viering van de Sabbat, de rustdag; viering van het feit dat het niet om jouw inspanning gaat, maar om wat God doet. Stil-zijn voor God ontspant je.

- D -

Wat betekent het tot nu toe gezegde als het gaat om evangeliseren? Want daarover ging het tot nu toe eigenlijk niet. En dat is niet toevallig, want ik heb de indruk dat voor een geloofwaardige evangelisatie in onze postmoderne tijd het persoon-zijn van de evangelist een heel grote betekenis heeft. De Boodschap van het Evangelie wordt niet allereerst gecommuniceerd door wat je doet of zegt of door de hoeveelheid kennis die je weet over te dragen, maar door wie je bént. Daarom is het van het aller- grootste belang dat je echt bent, en dan bedoel ik allereerst: dat je gelooft, dat je leeft in relatie met God, dat je God zoekt, Jezus navolgt en vol wordt van de Geest. Vandááruit ga je het gesprek met de 'buitenstaander' aan. En dat betekent, als het gaat om evangeliseren, dat ik nu niet zo vreselijk veel heb toe te voegen aan wat ik al gezegd heb: op persoonlijke wijze over God kunnen spreken, vanuit een levende relatie met God, lijkt me de basisvoorwaarde voor het evangelisatiegesprek. Dat neemt, tussen haakjes, het belang van bijvoorbeeld oefening in gesprekstechniek en kennis over omgaan met jongeren beslist niet weg, maar dat zijn wel dingen die hun gewicht pas krijgen als ze ingebed worden in een levende omgang met God.

- E -

Ik heb nu uitgebreid aandacht gegeven aan spiritualiteit, en kort aan het belang daarvan voor evangeliseren. Nu pas kan het het eigenlijke thema aan de orde komen. Want de titel van dit verhaal was tenslotte: 'de teamleider als geestelijk begeleider'. Die titel wil een bepaald aspect van het teamleiderschap naar voren halen, een aspect dat misschien wel eens wat in de schaduw blijft van het organisatorische aspect. Als teamleider 'run' je tenslotte een team: je probeert ervoor te zorgen dat alles lekker loopt, je neemt initiatieven, je lost mogelijke conflicten op en je voelt je verantwoordelijk voor een open, een goede sfeer. Dat is allemaal erg belangrijk. En mijn verhaal wil daar ook niets aan af doen.

Maar het gaat me nu vooral om de vormgeving van de diepste dimensie, de binnenkant van het bezig zijn met evangelisatie. Je zou dat kunnen noemen: werken aan de basishouding vanwaaruit je het evangelie doorgeeft. Dat heeft allereerst betekenis voor jezelf. Maar als teamleider draag je ook naar anderen toe op dit punt een bepaalde verantwoordelijkheid. Dit verhaal wil ik daarom afronden door een aantal praktische opmerkingen maken die alle als doel hebben: aandacht vragen voor de vormgeving van de persoonlijke, spirituele dimensie van het evangelisatiewerk. En ik kijk dan vanuit de invalshoek de teamleider als geestelijk begeleider.

Het is van groot belang om al vóór het project vorm te geven aan je taak als geestelijk begeleider. Dat betekent bijvoorbeeld het volgende:

a) beschouw als de beste manier van voorbereiding op je werk als teamleider de eigen oefening in een bewust leven met God: bijbel-luisteren, biddend leven en stil-zijn voor God. Als er bij jezelf op het punt van spiritualiteit niet gebeurt, mag je niet verwachten dat je van betekenis voor anderen kunt zijn;

b) ken je teamleden. Trek regelmatig tijd uit om voor ze te bidden. Noem daarbij hun namen en bid voor hen om geloof, om Godservaring;

c) zoek naar vormen voor een gezamenlijk voorbereiding. Stel bijvoorbeeld een bijbel-luister-rooster samen voor de twee weken voorafgaand aan het project, en spreek af om voor elkaar te bidden.

Aan je taak als geestelijk begeleider zou je tijdens de week waarin je teamleider bent als volgt vorm kunnen geven:

a) hecht veel waarde aan en creëer de goede voorwaarden voor een rustig gesprek rond een open bijbel: géén bijbelstúdie, maar gezamenlijk bijbel-luísteren. Zorg er daarbij voor dat er niet altijd gepraat wordt óver evange- lisatie, maar dat er een gezamenlijk gesprek ontstaat vanuít je eigen spiritualiteit, een gesprek waarin je naar elkaar toe verwoord wat het betekent om van God te zijn, om met Hem te leven. Als je dat sámen kunt, kun je het ook naar buíten toe;

b) bereid je goed voor op de gebeden die je uitspreekt bijvoorbeeld bij de avondevaluatie, want er moet ook plaats zijn voor lofprijzing van God, niet alleen voor een langslopen van wat er die dag is gebeurd. Ik denk ook dat het goed is dat je als teamleider (als geestelijk begeleider) de dag opent met gebed;

c) trek als teamleider dagelijks tijd uit om in je eentje te bidden voor je teamleden. Waak er zo voor dat je niet opgaat in organisatorische zaken;

d) wees beschikbaar voor een gesprek met individuele teamleden; heb een open oog voor dingen die stroef lopen; bewaak de veiligheid binnen het team; zie het als teamleden zich niet durven uiten over wat hen nu ten diepste bezig houdt als het gaat om geloven;

e) en tenslotte: de verantwoordelijkheid voor deze dingen ligt uiteindelijk natuurlijk bij het team als geheel; praat er daarom direct aan het begin van de week met elkaar over, of liever nog: een keer een avond van te voren.

Ik wil eindigen daar waar alles begint: bij luisteren naar Gods Stem. Daarom lees ik een paar verzen voor uit Psalm 63 (verzen 2-4 en 9):

O, God, Gij zijt mijn God, U zoek ik,
mijn ziel dorst naar U,
mijn vlees smacht naar U,
in een dor en dorstig land, zonder water.
Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd,
ziende uw sterkte en uw heerlijkheid.
Want uw goedertierenheid is beter dan het leven,
mijn lippen zullen U roemen.
Mijn ziel is aan U verkleefd,
uw rechterhand houdt mij vast.

(20 januari 1996)

 

Stellingen om over door te praten

Met elkaar kunnen praten over je eigen spiritualiteit is een basisvoorwaarde voor het voeren van een gesprek met een 'buitenstaander'.

Bidden vormt het midden van mijn leven.

Ik word wel eens stil van God.

Ik hou van de bijbel.

Een open persoonlijk gesprek met een 'buitenstaander' bevordert het open gesprek van het team onderling.

Een 'weekje E&R' mag nooit dienen om je eigen spiritualiteit weer wat 'op te krikken'.

Als je eigen spiritualiteit zich op een nulpunt bevindt, kun je als teamleider niet goed functioneren.

Goede voorbereiding als lid, team en projekt geven je als teamleider een vliegende start (het evangeliserend rendement is dan ook hoger).

De teamleider is het cement van het team. Maar Christus is de Hoeksteen. En de Geest is de Metselaar.